80
8
VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.
Gesproken werd over: de wet van Archimedes, de druk
king der lucht, den barometer, de wet van Boyle, de lucht
pomp, verwarming en afkoeling, koken, verdampen, den
thermometer, bevriezen; de voornaamste plantenfamilies,
bloeiwijzen, vruchten, nuttige gewassen; het leven van die
ren uit de omgeving; geraamten, bloedsomloop, adem
haling, gedaanteverwisseling.
TEEK ENEN.
Het derde onderwerp bleek uit de uitgevoerde teeke-
ningeu het gemakkelijkste; dit leverde althans de minste
onvoldoende cijfers op. Verscheidene ledikanten (le op
gave) waren onbruikbare, scheef in elkaar 'gezette meu
bels. Een gieter (2e opgave) moet goed bekeken zijn, zal
hij uit het hoofd goed geteekend kunnen worden en de
tanden van een hark zijn blijkbaar lastig weer te geven.
Enkele candidaten hebben zeer onbeholpen werk inge
leverd, gevolg van gebrekkige leiding of misschien van
het ontbreken van onderricht. Daarentegen waren som
mige teekeningen uitgevoerd als keurige tafereeltjes.
Het bordteekenen stond over het geheel lïooger dan het
teekenen op papier, wat de Commissie, met het oog op de
practijk, toejuicht. Verscheidene candidaten hebben daar
mede dan ook haar waardeeringscijfer doen stijgen. De
opgaven voor dit onderdeel waren, evenals voorgaande
jaren, ontleend aan de dagelijksche omgeving.
ZINGEN.
Na 10 minuten voorbereiding kreeg iedere candidaat de
melodie van een gegeven lied te zingen. Hiernaar en naar
de voordracht van een lied naar keuze beoordeelde de
Commissie het zingen van de candidaat. Het opgegeven
kinderlied bevatte geen opzettelijke moeilijkheden in inter
vallen of maatindeeling. De meeste candidaten zongen
haar eigen lied zuiver en in de maat. Bij het gegeven lied
was dat niet altijd het gevalenkele malen was er heel wat
aan te merken op toontreffen, op maatvastheid of op de
wijze van maatslaan. Het ■onderzoek naar de kennis van
de theorie van den zang gaf meestal een gunstig resultaat.
Het benoemen met letternamen en met do-re-mi kwam
voor; sommige candidaten verbonden deze laatste bena
mingen ongewijzigd aan vaste toonhoogten: dezen waren
niet altijd vast in het toontreffen.
SPREKEN.
Nu eens gaf het gezongen lied, dan weer de ontbinding
van een gesproken woord in klanken leiding aan het