ii
80
14
VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.
1.
2.
3.
4.
kis
De indruk, dien zulke lessen maakten, was dan ook zeer
slecht; hoewel die eandidaten probeerden, door elk kind
afzonderlijk te helpen, nog- iets van het werk terecht te
brengen, bereikten zij toch niets,
AKTE B.
Het schriftelijk examen voor de Akte van Hoofdonder
wijzeres (Akte B), werd op 2 October, behalve te ’s-Graven-
hage en te Rotterdam, ook gehouden te Groningen, aan
gezien meer dan 5 eandidaten, daar woonachtig, zich had
den aangemeld (Art. 4, alinea 2 der Verordening).
Het sehrifteljjk werk bestond uit de volgende opgaven:
NEDER LAN 1 )SCH E TA AL.
(9—10*/s.)
Maak een opstel over één der volgende onderwerpen:
Op eigen wieken.
Kinderleed.
Sehjjn bedriegt.
Teleurstellingen.
OPVOEDING EN ONDERWIJS.
(2—4.)
Maak een opstel over één dezer onderwerpen:
1. In het kind is de drang tot navolging en nabootsing.
Geef voorbeelden daarvan uit Uw ervaring. Op welke wijze
maakt ge in de bewaarschool van dien drang gebruik?
2. Ge hebt bij Uw leerlingen verschil in aanleg opge
merkt. In welke opzichten? Waaruit is U dat gebleken?
Hoe kunt ge daarmee rekening houden bij het onderwijs
en de opvoeding in de Bewaarschool!
3. Zijt ge het eens met de bewering, dat niet alle leer
middelen van Fröbel even gelukkig gekozen zijn? Licht Uw
antwoord met voorbeelden toe.
TEEKENEN.
(lO'/a—121/».)
Maak bij één van deze schoolversjes één teekening als
illustratie. (Minstens twee figuren.)
1.
Mijn broertje leert nu loopen,
Hij kan al stevig staan;
Eerst heeft hij maar gekropen,
Nu moet hij leeren gaan.
Daar komt hij aan, die kleine guit,
En Moeder breidt haar armen uit;
Op eens doet hij een pas of vier
En kraait dan van pleizier.