17 1923 Het toezicht op de verschillende takken der gemeente huishouding werd verdeeld als volgt: de Wethouder J. W. Albarda de afdeeling Onderwijs. de Burgemeester: de afdeelingen Algemeene Zaken en Militaire Zaken, de Brandweer, Schouwburg en Dienst voor Kunsten en Wetenschappen. de Wethouder Mr. J. A. de Wilde: de afdeelingen Financiën (met inbegrip van Rijks- en Gemeentebelastin gen), Pensioenen en Gemeentelijke Accountantsdienst. 1924 b. Het College van Burgemeester en Wethouders. Op 1 Januari 1920 bestond het College van Burge meester en Wethouders uit de heeren de Wethouder A. C. A. van Vuuren: de afdeelingen Burgerlijke Stand, Bevolkingsregister en Gemeentebe drijven (Lichtfabrieken, Duinwaterleiding, Telefoon en Openbaar Slachthuis), de Havendienst, Reinigings-, Ont- smettings- en Schoonmaakdienst en Bank van Leening. de Wethouder Mr. P. Droogleever Fortuyn: de afdeelingen Openbare Werken 1, II en III en het Distri butiebedrijf. de Wethouder W. Drees: de afdeelingen Arbeid en Armwezen, Gezondheidszorg en Statistiek. Mr. J. A. N’. Patun, Burgemeester J. W. Albarda, Wethouder W. Drees, Mr. P. Droogleever Fortuyn, A. C. A. van Vuuren, Mr. J. A. de Wilde, wordende door den Burgemeester een jaarwedde ge noten vanf 15.000 en door eiken Wethouder van- 5.000 2 Jaar van aftreding.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 20