83 15 VERSLAG GEMEENTELIJKE. SCHOOLARTSENDIENST. Het psychologisch onderzoek, zooals dat in Duitschland geschiedt, heeft weinig waarde, omdat enkel de elementaire functies worden nagegegaan en, zelfs wanneer deze meer dan voldoende zijn, dit nog geen bewijs is van een har monische samenwerking der afzonderlijke functies. School voor slechthoorende kinderen. Op 1 Januari 1919 werd begonnen met 83 leerlingen; op 1 December 1919 waren er 107 leerlingen. 6 volledige leerjaren, die ongeveer gelijk loopen met de leerjaren der gewone lagere school waren ingericht. Voor ’t eerste en vierde leerjaar bestaan thans parallel- klassen; door *t groot aantal aanvragen moest daartoe worden overgegaan. De school is dus thans reeds zoover met de klassificatie gevorderd, dat een geniakkelijke ver plaatsing van de gewone school naar de doovensehool en omgekeerd op elk tijdstip kan plaats hebben, mits er open plaatsen zijn op de doovensehool. In den loop van 1919 werden 2 nieuwe klassen geformeerd als uitbreiding. De aanstelling van 2 mannelijke leer krachten was daarvoor noodig. Tevens werd een dokterskamer volledig ingericht, waar de oorlijdende kinderen zoo noodig 3 maal per week konden worden behandeld. In dit opzicht is de Haagsche school alle buitenlandsche doovenscholen vooruit. Als gunstig resultaat mag hiervan o.m. vermeld worden dat 3 leerlingen in den loop van 1919 als genezen op de gewone lagere school terug geplaatst konden worden. Veel aandacht wordt ook besteed aan de kinderen, die hoogste leerjaar na beëindiging van den leertijd, verlaten, be vereeniging „Steun aan het doove kind” heeft zich met de zoogenaamde nazorg belast. Zij helpt bij de keuze van een beroep en bij ’t zoeken van een passenden werkkring. Daarenboven verstrekt zij reeds aanvullingsonderwijs op 2 avonden der week aan die kin deren, die de school verlaten hebben, of aan hen, die dit weldra zullen doen. Eén zaak blijft nog te wenschen over. Een naar alle eischen. des tijds ingerichte doovensehool, gelegen in het centrum van het aantal scholen, waaruit in hoofdzaak de leerlingen worden betrokken. Moge weldra de nieuwe school verrijzen. De twee ver bouwde ambtswoningen, waarin de school thans gevestigd is, mochten in den aanvang aan de meest bescheiden eischen voldoen, thans bij de stijging van het aantal leer- mgen, blijkt steeds meer en meer de noodzakelijkheid van een ruime leergelegenheid ook voor ’t doove kind, te meer

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 2126