84 2 VERSLAG GEM. SCHOOL- EN KINDERTUIN. Klassebezoek. Boornen en heesters waren 5 April bijeengebracht en wer den met hulp der kinderen op een z.g. „boomplantdag” aan voor- en achterzijde van den tuin geplant. Begin Juni 1919 kon aan de scholen worden medegedeeld, dat een bezoek aan den tuin voor het onderwijs van groote waarde kon worden geacht. Toen konden worden waargenomen: 1. Eik, beuk, linde, esch, eschdoorn, iep, wilde en tamme kastanje, lijsterbes, populier, haagbeuk, lork, acacia, den, spar, sering, hulst, appel, peer, pruim, kers; 2. De opgroeiende landbouwproducten; 3. Wikken, lathyrus, knolzaad, raapzaad, tomaat, mosterd zaad, smeerwortel, spurrie, koekoeksbloem, enkele orchi deeën, boterbloem, paardebloem, reigersbek, ooievaarsbek, doovenetel, vogelmelk, lelietje der dalen, gamander eere- prijs, roode, witte, zwarte aalbes, e.a. langs den botanischen rand; 4. Bijenkorf met ’t uit- en invliegen' der bijen; 5. In de aquaria en terraria: karper, voren, rivierbaars, driestekelig baarsje, grondeling, salamander, kikker larven, zijderups, hagedis en hazelworm. 6. De groenten in den kindertuin. In den loop van den zomer werd aan de scholen 4 maal mededeeling gedaan betreffende den stand der gewassen. De eerste klassen uit de omgeving bezochten den tuin in de tweede helft van Mei. In Juni werd het bezoek druk ker. Op ’t eind dezer maand steeg het aantal bezoekende klassen per vollen schooldag tot 10 a 12. Geleiding en voor lichting geschiedde aanvankelijk door den heer M. v. Wa- melen, gepen si onneerd onderwijzer, en den tuinman; later, toen soms 17 en 18 klassen per dag een bezoek brachten, mede door ondergeteekende. Het „in de aren schieten” van ’t koren, het stuiven der aren, de blauwe bloempjes van ’t vlas, de fladderende vlinderbloemen van erwten en boonen, het wit-bloeiend boekweitveldje met de duizenden bijen er op en er tusschen, het waren alle wondervolle verrassingen voor onze stads kinderen De botanische rand wekte eveneens telkens weer de be langstellende aandacht. Tientallen belangrijke waarnemin gen, vooral ook voor Mulo-klassen, waren hier te doen. Het aantal planten en plantenfaniiliën werd gedurende den zomer meer en meer uitgebreid. Zoo waren van de Ruw- bladigen b.v. in den nazomer reeds aanwezig: smeerwortel,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 2129