85
3
VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOLBIOSCOOP.
voort te gaan op den ingeslagen weg en tot ernstig streven
naar voortdurende verbetering en uitbreiding.
Gebouw en installatie. In den loop van het jaar werd op
het gebouw ter verbetering der zeer onvoldoende ventilatie,
een luehtkap geplaatst, welke correspondeert op 4 in de
zijwanden aangebrachte luchtkokers. Op de achterplaats
werd een rijwielbergplaats gemaakt, terwijl tal van her
stellingen plaats hadden. Toch voldoet de ventilatie nog
niet aan alle redelijkerwijs te stellen eischen. Ook de ver
warming is, vooral op zeer koude dagen, nog niet afdoende,
terwijl op vochtige dagen het projectievlak te lijden heeft
van water, dat zich er tegen condenseert.
De installatie onderging een aanvulling, die het mogelijk
maakt voor den lesgever, om vanuit het leslokaal de snel
heid der opeenvolgende beelden te regelen in overeenstem
ming met den aard van de onderwerpen, die vertoond
worden.
De installatie voldoet aan hooge eischen; zij werd door
alle deskundige bezoekers ten zeerste geprezen.
Tentoonstelling en congres voor de jeugd boren den leer
plichtigen leeftijd (half-Juli tot half-Augustus 1919). Ge
durende den geheelen duur van deze tentoonstelling stond
het apparaat van den Schoolbioscoop opgesteld in het
Gymnasium aan de Laan van Meerdervoort, waarvan de
gymnastiekzaal als bioscooplokaal fungeerde. In het eerst
trokken de demonstraties daar niet veel bezoekers, doch
dit werd gaandeweg drukker. Tegen het einde der tentoon
stelling was de belangstelling vaak zelfs zeer groot.
De films waren voor ’t grootste deel kosteloos beschik
baar gesteld door de H. A. P. Film Comp. en het Koloniaal
Instituut en waren voor de rest eigendom van onzen
Schoolbioscoop.
Op den avond der plechtige opening van het Congres
had de Directeur de eer eene demonstratie te mogen leiden
voor een groot aantal deelnemers, w.o. Ministers, oud-
Ministers, Kamerleden en andere autoriteiten.
Personeel. Aan den Schoolbioscoop waren ook in het
afgeloopen jaar verbonden: D. van Staveren, Directeur;
H. van Cappelle Jr., Ie Operateur; J. A. Peters, 2e Opera
teur en J. M. Peulen, Concierge.
De werkzaamheden van den Directeur bleken zóó veel
omvattend te zijn, dat het Bestuur besloot hem te doen bij
staan door eenen Assistent, die een gedeelte van zijn werk
zou kunnen overnemen. Als zoodanig werd aangesteld, met
ingang van 16 Mei 1919, C. W. J. Natzijl, onderwijzer bij het
Openbaar Lager Onderwijs te dezer stede.