By lage 7 O V E R Z I H T I) E R O N T V A N G S T E N 1 Inkomsten uit Bezittingen. 1.098,503,93 3. f 190.368,42' 4. 46.557,50 8 1.100,94 Heffingen als belastingen geregeld, met uitzondering van de in kolom 919b bedoelde. 276.822,39 165.601,80 5 6. 7. Bevolking op 31 December 1918 352.079 zielen. Batige sloten van vorige dienstjaren f 1.937.109,72s Weg-, straat-, riool-, brug-. kaai-, haven-, sluis-, dok-, boom- en veergelden, wik-, weeg-, meet- en keurloonen, gelden voor banken of staanplaatsen, rechten voort vloeiende uit de begrafeniswet, heffing wegens het schutten van vee, en andere gelden voor het gebruik of genot van gemeentewerken of inrichtingen, leges ter gemeentesecretarie en rechten van den burgerlijken stand Schoolgelden voor voorbereidend Lager Onderwijs (bewaarscholen) Schoolgelden voor Lager Onderwijs Schoolgelden voor Middelbaar Onderwijs School-, college- en examengelden voor Hooger Onderwijs (Gymnasium) Schoolgelden voor andere inrichtingen van Onderwijs, (naai-, brei-, muziek-, zang-, gymnastiekseholen, rij- en zwem scholen) 2. Huren, pachten, renten, grondrenten, erf pachten en andere inkomsten uit bezit tingen; daaronder begrepen opbrengst van wegen, vaarten, sluizen en andere werken buiten de Gemeente gelegen, doch voor hare rekening onderhouden over het dienstjaar 1918.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 259