11
2
VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.
in het
terwijl
Leeningen.
In 1919 werden 46 leeningen gesloten, (waarvan 3 reeds
in het vorige jaar waren toegezegd, tot een gezamenlijk
bedrag van f 1.839.230.—,) waarvan 37 als bouwerediet. Op
het oogenblik der samenstelling van dit verslag zijn 14
bouwcredietposten geheel afgewikkeld; de overige 23 posten
zijn door de telkens terugkeerende stagnatie in het bouw
bedrijf thans nog loopende.
De sluiting der overige vijf toegezegde en aangenomen
leeningen had in dit jaar niet plaats; één toegezegde en
aangenomen leening werd geplitst in drie leeningen, waar-
volgende jaar een beslissing kon worden genomen,
3 aanvragen tijdens de behandeling werden inge
trokken. Met inbegrip van de 2 in 1918 overgebleven aan
vragen werden alzoo 60 posten afgedaan.
Van deze 60 aanvragen 1 hiervan betrof de overname
tegen een hooger bedrag van een reeds bestaande leening,
terwijl drie aanvragen slechts een verhooging betroffen van
reeds door dezelfde aanvragers gesloten leeningen wezen
Burgemeester en Wethouders er één af.
Van de overige 59 posten konden drie ten volle worden
toegewezenaan 21 aanvragers werd, teneinde een meer
normale verhouding te verkrijgen tusschen de eerste hypo
theek en die, door het Noodhypothekenfonds te verstrekken,
een leening boven het aangevraagde bedrag toegestaan,
terwijl aan de aanvragers der resteerende 35 posten een
leening beneden het aangevraagde bedrag moest worden
aangeboden.
Door 47 aanvragers werd de aanbieding aangenomen
12 aanvragers namen de aanbieding niet aan.
Het totaal aangevraagde bedrag der 59 toegestane posten
bedroeg f3.033.114,— (hiervan was in 1918 reeds aangevraagd
f 346.000,—); toegestaan werd in totaal een bedrag van
f 2.570.780,(hieronder is begrepen een bedrag van
1 291.900,— zijnde de in dit jaar behandelde en toegezegde
aanvragen van 1918).
Aangenomen werd een bedrag van f 2.164.780,— niet
aangenomen een bedrag van f 406.000,
Het totaal bedrag der 19 in dit jaar nog niet behandelde
aanvragen bedroeg f 780.786,
Negen en veertig van de 60 in 1919 afgedane aanvragen
strekten tot het verkrijgen van bouwcredieten op nog aan
te vangen of ten deele reeds uitgevoerde werken; acht en
veertig bouwcredieten werden toegestaan, waarvan er veertig
werden aangenomen.