11
Aflossing.
Executies,
Kapitaal.
een
De aflossingen hadden geregeld plaats. In totaal werd
afgelost f238.789,90, waarvan f 130.459,20 wegens vervroegde
algeheele aflossing van 10 leeningen en f 67.000,— wegens
tusschentydsche gedeeltely'ke aflossingen.
Twee der geheel afgeloste leeningen werden terstond
opnieuw’ tot een hooger bedrag gesloten.
Rekening.
De verlies- en winstrekening sluit met een batig saldo
van f 5.796,61, van welk bedrag f 879,78 zal worden ge
bezigd voor gedeeltelijke afschrijving van het disagio en
ingevolge art. 13 der beheersverordening f 4.916,83 tot
vorming van reserve.
Vergoeding voor vervroegde aflossing.
Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd ontvangen
een bedrag van 1'832,82. Voor die tusschentydsche aflossingen,
w’elke slechts dienden om met dezelfde, geldnemers nieuwe
leeningen tot verhoogd bedrag te kunnen aangaan, werd
geen vergoeding in rekening gebracht.
Evenals in de vorige jaren behoefde niet tot executie te
w’orden overgegaan.
Door de bank is in 1919 aan kapitaal opgenomen
bedrag van f 1.893.500,en door het Noodhypothekenfonds
een bedrag van f 650.000,met welke bedragen een gelijk
bedrag aan door de bank opgenomen kasgeld is afgelost.
De over het door de bank opgenomen kapitaal ad
f 1.893.500,verhoogd met met een bedrag van f59.360,10
voor het ten hare laste komend disagio, aan de Gemeente
te vergoeden rente bedraagt voor een bedrag van f 1.279.151,09
4,/2°/0 (4’/2°/o Gemeenteleening Januari 1918) en voor een
bedrag van f 673.709,01 5 (5 °/o Gemeenteleeningen Sep
tember 1918 en 1919) ’sjaars.
Van het kapitaal (4'/2 °/o Gemeenteleening Januari 1918)
werd op 31 December afgelost een bedrag van f 57.572,88.
Over het opgenomen kasgeld werd van 1 Januari af rente
betaald ad 5 "/0 ’sjaars, welke rentevoet met ingang van
1 October werd verhoogd tot 53/4 °/0-
4
VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.