14
7
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
De Directeur,
T. C. LEEUWENDAL.
Het Bestuur der Gent. Arbeidsbeurs,
W. DREES, Voorzitter.
J. J. BOASSON, Secretaris.
Door Burgemeester en Wethouders werd, bij schrijven
van 19 December 1919, Ag. No. 32087/43 Afd. A., verzocht, in
verband met het ontslag van Mr. Peijrot, een aanbeveling
bij hun College te doen van twee personen, beboerende tot
arbeiderskringen en die daar vertrouwen en aanzien ge
nieten. Tevens werd gevraagd, of de Commissie het wen-
schelijk zou achten, dat naast dit werkman-lid nog iemand
benoemd werd, met gelijkmatigen maatschappelijken werk
kring of sociale kennis als Mr. Peijrot. Mocht de Commissie
zulks wenschen, dan zouden Burgemeester en Wethouders
een voorstel in dien geest gaarne in overweging nemen.
Ten slotte werd verzocht mededeeling te mogen ontvan
gen wie de Commissie als Voorzitter zal benoemen.
Aan Burgemeester en Wethouders werd bericht gezon
den, dat zoo spoedig mogelijk een aanbeveling zou worden
gedaan voor een werkman-lid, terwijl de Commissie tevens
als haar meening te kennen gaf, dat naast een werkman-
lid ook iemand met gelijkmatigen maatschappelijken werk
kring of sociale kennis als Mr. Peijrot zitting behoorde te
nemen, in verband waarmede werd aanbevolen Mr. J. J.
Carsten, oud-officier van Justitie. Tevens werd mededeeling
gedaan, dat de Heer H. T. Hoven door de Commissie als
Voorzitter was gekozen.