15 17 VERSLAG DEK WERKLOOSHEIDSVERZEKERING. Visscherij. HOOFDSTUK IV. Werkzaamheden. In tegenstelling met 1918 was 1919 voor de visscherij een bevredigend jaar. Nu de oorlogstoestand geëindigd was, werd, hoewel het mijnengevaar nog lang niet geweken was en dan ook ■nog talrijke slachtoffers maakte, toch het be drijf weer in vollen omvang uitgeoefend. In het begin des jaars was het aantal vaartuigen, dat aan de trawlvisscherij deelnam, niet alleen grooter dan in 1918, doch thans werd ook door stoomtrawlers aan dezen tak der visscherij deel genomen. De haringvisscherij leverde goede resultaten op, zonder nochthans te beantwoorden aan de hooggespannen ver wachtingen, die in het begin van het jaar werden ge koesterd. In het laatst van het jaar begonnen de handelsmoeilijk- heden als gevolg van de daling der buitenlandsche valuta een ongunstigen invloed te oefenen op de uitkomsten van het bedrijf. De geregelde daling van den Markenkoers be gon den uitvoer naar Duitschland hoe langer hoe meer te beperken, tot dat deze tenslotte geheel ophield, zoodat de vooruitzichten voor 1920 dus verre van rooskleurig waren. De totstandkoming van de Werkloosheidsverzekerings- noodwet 1919 bracht, behalve een groote toename van het aantal verzekerde arbeiders (dit aantal steeg van 15.700 op 1 Januari 1919 tot 22.600 op 1 Januari 1920, alzoo een vermeerdering met bijna 44 pCt.) en een daarmede gepaard gaande uitbreiding van de gewone periodieke werkzaam heden, welke in vorige verslagen meer uitvoerig zijn be schreven, ook met zich een reeks maatregelen, aan de voor bereiding en uitvoering van een dergelijke, jn het systeem der verzekering diep ingrijpende wet noodwendig ver bonden. Het aandeel der Gemeente in de voorbereiding betrof vooral het overleg met de organisaties der transport arbeiders over de invoering van een stel afdoende en goed werkende contröle-maatregelen. Dat dit eigenaardige moei lijkheden opleverde zal duidelijk zijn, wanneer men be denkt, dat deze groepen van arbeiders tot nu toe juist altijd buiten de verzekering waren gebleven met het oog

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 371