15
19
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
voor het Rijk
f 14.400,—
18.000
over November f 23.000,—
December 37.600,—
Behalve op de reeds op blz. 4 vermelde vergadering,
op 24 October te Amsterdam gehouden, waar de uitvoering
der Werkloosheidsverzekering-noodwet werd besproken,
was de Gemeente vertegenwoordigd op een te Utrecht op
21 Maart gehouden bijeenkomst van den Dienst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling met de ver
tegenwoordigers van gemeente- en kasbesturen, welke bij
eenkomst ten doe] had door een bespreking van de uit
voering van het Werkloosheidsbesluit 1917, in het bijzonder
wat betreft de controle der maandelijksche formulieren
door de gemeentebesturen in verband met de administraties
der werkloozenkagsen, een juiste toepassing der desbetref
fende bepalingen te bevorderen.
over November
December
zijn rekening had, te veelomvattend geworden. .De nood
zakelijkheid der aanstelling van een tweeden controleur
werd ook door Burgemeester en Wethouders gevoeld, die
met ingang van 15 Januari 1920 overgingen tot de benoe
ming van den heer A. Fortgens als zoodanig.
De uitvoering van de \v erkloosheidsverzekering-noodwet
noopte voorts tot het invoeren van een kaartsysteem,
waarop aanteekening zou kunnen worden gehouden van de
bedragen, die ingevolge deze wet, door Rijk en Gemeente
als bijslag op de uitkeeringen of als totale uitkeering
moeten worden betaald. Voor ieder lid werd een kaart aan
gelegd, waarvan het model als bijlage IV hierachter is
opgenomen. Na het binnenkomen van alle op één week
betrekking hebbende uitkeeringen werden op een voor
iedere organisatie gemaakte verzamelkaart de totalen der
in elke kolom geboekte bedragen ingeschreven, zoodat een
wekelijksch overzicht verkregen werd, dat gebruikt kon
worden bij de controle van de overeenkomstige bedragen
op de later inkomende staten model 50 A en 51A.
Aangezien bij het verschijnen van dit verslag de con
trole van genoemde staten over November en December
1919 nog niet beëindigd was, kan nog geen juiste opgave
worden verstrekt van de bedragen, die de noodwet gedu
rende 1919 aan Gemeente en Rijk heeft gekost. In het
volgend verslag zal een overzicht worden gegeven van de
totale kosten gedurende de geheele periode, dat de wet
gewerkt heeft (3 November 1919—3 Mei 1920).
Een voorloopige berekening heeft echter reeds uitge
wezen, dat genoemde kosten ongeveer zullen bedragen:
voor de Gemeente J