15 29 VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING. Bijlage II. Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1. Artikel 2. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, ENZ., ENZ., ENZ. BESLUIT van den 4den Augustus 1919. tot wijziging van het Koninklijk besluit van 2 December 1916 (Staatsblad n°. 522), tot vaststelling van algenieene regelen voor het verleenen van subsidiën ten behoeve van werkloozenkassen. Dit besluit treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip. Artikel 4, lid 3, van Ons besluit van 2 December 1916 (Staatsblad n°. 522) zal worden gelezen als volgt: „Het kan op een hooger percentage worden gesteld indien: a. buitengewone omstandigheden van tijdelijken aard dit noodig maken; b. de vereeniging niet in staat is de bijdragen zoo hoog op te voeren, als noodig zou zijn om uitkeeringen te ver strekken over een termijn van tenminste 90 dagen per jaar tot een zoodanig bedrag, dat daaruit het noodzakelijke levensonderhoud der werklooze leden kan worden be kostigd.” Op de voordracht van Onzen Minister van Arbeid van 6 Juni 1919, n°. 209, afdeeling Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling; Den Raad van State gehoord (advies van 1 Juli 1919. nn. 49); Gelet op het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 31 Juli 1919, n°. 217, afdeeling Werkloosheids verzekering en Arbeidsbemiddeling;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 383