15
31
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
Bijlage III.
Werkloosheidsverzekeringsnoodwet 1919.
Artikel 1.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te
weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wen-
schelijk is gebleken, dat aan vereenigingen met werkloozen-
kas tijdelijke steun kunne worden verleend;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wu WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin
der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassaü,
ENZ., ENZ., ENZ.
Wet van den 31 sten October 1919, tot verstrek
king van tijdelüken steun aan vereenigingen
met werkloozenkas. (Staatsblad n°. 620).
Deze wet verstaat onder:
werkloozenkas: de werkloozenkas eener krachtens het
Werkloosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereeniging;
bijdragen: de in het reglement der werkloozenkas vast
gestelde bedragen, die ten behoeve van het verstrekken
van uitkeeringen door de leden der werkloozenkas gestort
worden;
uitkeeringen: de ,in het reglement der werkloozenkas
vastgestelde bedragen, die aan onvrijwillig werklooze leden
der werkloozenkas worden verstrekt;
bijslagen: de bedragen, die aan onvrijwillig werklooze
leden der werkloozenkas worden verstrekt boven en be
halve de in het reglement dier kas vastgestelde uitkeerings-
bedragen;
commissie van advies: de commissie van advies voor de
werkloosheidsverzekering, ingesteld krachtens artikel 21
van het Werkloosheidsbesluit 1917;
Onze Minister: Onzen Minister, met de uitvoering dezer
wet belast.