15
34
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
Bijlage IV.
i
lüï
Uitspraak van den arbiter, inzake de uitsluiting- der
metselaars en opperlieden te Den Haag.
de
de
de
en
werken, welke verwacht
van
Punt 1 luidende:
Behooren in verband met de verkorting van de arbeids
week van 50 tot 45 uur de tariefprijzen te worden verhoogd,
en zoo ja, met welk percentage?
Bij een werktijdverkorting van 50 op 45 uur zou, indien
de snelheid van werken dezelfde bleef en het inkomen per
week gelijk moest blijven, een verhooging der tarieven
moeten plaats hebben van ll1/»
De toeneming in de snelheid van
mag worden na de verkorting van den werktijd, is in
eerste maanden zeer gering. De oorzaken toch van
mogelijkheid tot intensiever werken zijn gelegen in
gevolgen van den korten werktijd op de lichamelijke
geestelijke gesteldheid van den arbeider. Deze zullen zich
uiteraard eerst zeer geleidelijk doen gevoelen. Naast de
mogelijkheid van intensiever werken, komt nog als factor
iii aanmerking het gewennen aan sneller tempo. Ook hier
voor is eenige tijd noodig.
Beide factoren zijn van te meer gewicht, waar de inten
siteit van den arbeid reeds hoog is opgevoerd gelijk met
het werken volgens tarief in den vraag op de bouwwerken
het geval was.
Naar aanleiding toch van het lijntrekken op bepaalde
werken op een bepaalden Zaterdag en Maandagmorgen,
verklaarden de vertegenwoordiger der A. P. V. dat het
Maandaghouden geen normaal verschijnsel meer is.
Overwegende voorts, dat de per 1 September 1919 te
wijzigen tarieven een geldigheidsduur zouden hebben van
eenige maanden, hoogstwaarschijnlijk niet langer dan de
loopende collectieve arbeidsovereenkomst, behoorde dus
gerekend te worden op nog slechts geringe toename van de
productie per uur.
Ware het mogelijk om zonder rekening te houden met
andere invloeden, die in de toekomst de loonen zullen
wijzigen, de tarieven vast te stellen in verband met de
verwachte toeneming in arbeidsprestatie, dan zou een af
nemende bijslag het eenige logische zijn en zouden partijen
behooren overeen te komen, dat bij onderling overleg in
verband met de uitkomsten van den arbeid onder de nieuwe