15
36
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
handelt! in strijd met het individueele contract, doch hebben
het bestuur hunner organisatie op een critiek oogenblik
bemoeilijkt in het regelmatig voeren der actie. Het collec
tief optreden van een aantal arbeiders buiten de besturen
om heeft dan ook den stoot gegeven tot het krachtig ver
weer van een deel der patroons en van hun vereeniging,
omdat deze in het stelselmatig zeer langzaam werken een
daad zagen die in de gevolgen erger was dan een werk
staking, omdat zij thans het loon hadden te betalen, terwijl
zoo weinig arbeid geleverd werd, dat ieder uur geldelijk
nadeel opleverde.
Het niet nakomen der contractueele verplichting om
naar beste weten hun taak te vervullen, wat de grondslag
van iedere overeenkomst is, heeft die arbeiders tevens doen
handelen in strijd met het collectief contract.
De Algemeene Patroonsvereeniging handelde formeel
niet in strijd met het collectief contract door met uitsluiting
te dreigen en uit te sluiten zonder vooraf het geschil aan
arbitrage te onderwerpen als bedoeld in artikel 15 e.v. van
het collectief contract, omdat de tarieven geen deel uit
maken van het collectief contract. Artikel 2 bepaalt alleen
dat bij aangenomen werk of stukwerk aan het einde der
werkweek ten minste het uurloon wordt uitbetaald.
Moreel ware hare houding beter geweest indien zij arbi
trage had voorgesteld. Dit geldt temeer, omdat er feitelijk
wel een nauw verband bestaat tusschen tarief in het collec
tief contract. De tarieven toch zijn vastgelegd door overleg
tusschen de vereenigingen, die partij zijn bij het collectief
contract en aangenomen was daarbij, dat verschil over de
prijzen zal worden opgelost door onderhandeling tusschen
de betrokken partijen bij het collectief contract. Het niet
slagen dezer onderhandelingen vormde de aanleiding tot
het conflict.
Het dreigen met uitsluiting, indien niet voldaan werd
aan de voorwaarde „om voor het contractueele uurloon een
hoeveelheid arbeid te leveren, die omgerekend overeen
komt met de thans bestaande tariefprijzen of te accep-
teeren ons aanbod inzake „de tariefprijzen” maakte een
tegemoetkomende houding van de zijde der besturen der
arbeidersorganisaties uiterlijk moeilijk. De aangehaalde
bewoordingen zijn dan ook ten zeerste te betreuren, omdat
zij juist het bedrag betreffen, waarover nog geen overeen
stemming was verkregen en geuit worden op een tijdstip
waarop wegens het niet binnen den gestelden termijn tot
overeenstemming komen de gemoederen ook onder de
arbeiders onrustig waren. Bovendien had er mede ge
rekend kunnen worden, dat nog enkele weken tevoren de