16 18 VAN LEENING. VERSLAG DER GEMEENTEBANK Verlies. 6. Saldo leeningen op onderpand. De rubrieksgewijze verdeeling van dal saldo op 31 De cember was als volgt: Het saldo bedroeg op 1 Januari 53088 leeningen, tot een be drag van f 872.840.20 en op 31 December 48851 ad f 684.753,45, alzoo een achteruitgang in aantal en bedrag van resp. 4237 ad f 188.086,75. Overschot. 44.02 60.00 51.84 64.67 47.09 29.02 Overschot. 35.50 33.23 35.90 22.95 24.52 24.11 44.63 51.51 66.85 48.11 0.88 1.82 3.34 1.79 2.99 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919 Verlies. 0.70 2.13 2.23 2.10 1.04 2.48 2.08 0.83 0.32 2.16 terwijl dit percentage, voor elk kantoor afzonderlijk, in dit jaar bedraagt voor liet: Hoofdkantoor Bijkantoor A B C D E Het aantal bij eerste veiling opgehouden onderpanden bedroeg dit jaar 1025 ad f 9.512,95. Bovendien waren er nog 9 ad f 101,50 overgehouden van de in November 1918 ge houden eerste veiling. Bij onderhandschen verkoop in den winkel, werden er alsnog zonder verlies verkocht 386 ad f 3.172,35; in tweede veiling werden toegewezen 492 onderpanden ad f 3.612,85 terwijl er uit de hand één werd verkocht voor f 1.000,—. Overgebleven zijn 155 onderpanden ad f 1.829,25, die op de eerstvolgende veiling in Januari 1920 zullen worden ver kocht. Van de 492 in de tweede veiling tot elk bod toegewezen onderpanden leverden er 127 een overschot op van f 84,12, 363 een verlies van f 1.244,445, het uit de hand verkochte een verlies van f 183,31, terwijl 2 onderpanden juist het bedrag opleverden, dat aan de Bank verschuldigd was.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 408