o
VERSLAG DEK DUINWATERLEIDING.
Filters en Pompstation.
b.
Tevens werd de vereischte uitbreiding aan de riolen voor
gefiltreerd en voor aftap water gegeven.
Aan het riool voor gezuiverd water gelegen tusschen de
filters 4a, 4b, 6a, 65 en 7a, 7b, 8a, 8b vertoonden zich
van deze sprang, die ongeveer 2800 M. lang is, gedeeltelik
te verzwaren en van vertikale bronnen te voorzien.
Aan het onderhoud der hehnbeplantingen, vooral van de
ingraving der hoofdader voor zoover deze niet voor het
publiek was afgesloten, moesten betrekkelijk groote bedragen
worden besteed.
Het aantal waarnemingsposten in de watervang werd
vermeerderd met de boring X, gelegen op het eind van
sprang G. Hierin werden een drietal buizen geplaatst, met
de filters op onderscheidenlijk 75, 40 en 25 M. -j- D.P. Boven
dien werd de bestaande post P uitgebreid met een drietal
waarnemingsbuizen, waarvan de filters respectievelijk tot
45, 30 en 15 M. -i- D.P. reiken.
Het water uit de verschillende waarnemingsposten werd
geregeld op chloorgehalte onderzocht, zoomede dat afkomstig
uit de bronnen der transportleiding. De uitkomsten van deze
onderzoekingen toonen aan, dat aan een verzouting van
het water in de naaste toekomst niet behoeft te worden
gedacht.
De peilputten, waarvan ongeveer 60 stuks over de water
vang zijn verspreid en die de grondwaterstanden aangeven,
werden wederom geregeld maandelijks opgenomen.
De regenval bedroeg in 1919 volgens de waarneming aan
het Pompstation 683 m.M., terwijl het gemiddelde van den
regenval van de laatste 43 jaar 695 m.M. bedraagt.
De gemiddelde w’aterstand in de verzamelkom is, zooals
bijlage 3 aangeeft, iets gedaald.
Evenals in vorige jaren was de werking der filters in
1919 zeer goed.
Met den bouw van een tweetal filters werd een aanvang
gemaakt en deze naderden op het eind van het verslagjaar
de voltooiing. De gezamenlijke zandoppervlakte van deze
nieuwe filters bedraagt 3025 M2., d.i. een vermeerdering
van ongeveer 15% van het bestaande filteroppervlak. In
deze filters is het systeem verlaten om op den bodem af
voergaten met een onderlingen afstand van 1.5 M. aan te
brengen. Bij de thans gevolgde werkwijze is de mogelijkheid
van stilstaand water in de grove lagen der filterbedding
buitengesloten.