17 3 VERSLAG DER DUINWATERLEIDING. C. ernstige gebreken, zoodat dit buiten dienst moest worden gesteld. De gebouwen op het Pompstation vereischten eenige onder houdswerken. Opvoer werktuigen. Aan de stoompompwerktuigen behoefde slechts het gewone onderhoud te worden verricht. Hoewel de groote bedrijfszekerheid van deze werktuigen van belang is zullen bij de hooge kolenprijzen deze machines, welke bij normalen gang slechts 12 omwentelingen per minuut maken, door meer zuinig werkende werktuigen be- hooren te worden vervangen. Van de 9.444.000 M3. afgeleverd water werd 2 113.000 M3. door de electrisch gedreven centrifugaalpompen opgevoerd. Voor dezen arbeid en die van het opbrengen van ongeveer 2.366.000 M3. water van de verzamelkom naar de filters was een electrische energie van 395.000 K.W.U. benoodigd. Bij de stoomketels 5 en 6 werd een inrichting tot het aanvoeren van onderwind aangebracht. De motor, gekoppeld aan den ventilator van deze inrichting, verbruikte 5.750 K.W.U. Het kolen verbruik per 1.000 M3. door de stoompompwerk tuigen geleverd water was, wegens de mindere hoedanigheid der aangevoerde kolen, zeer hoog. Een opgave van het opgevoerde water en het kolenverbruik per 1.000 M3. geleverd water is in den volgenden staat vermeld. Bij de berekening van het kolenverbruik is het gewicht van de gebezigde bruinkolen voor '/3 in rekening gebracht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 438