17 10 VERSLAG DER DUINWATERLEIDING. tuin- Met betrekking tot de exploitatie van het bedrijf valt in 1919 een belangrijke maatregel te boekstaven, n.l de tot standkoming van een nieuw tarief, aangenomen in de Raadszitting van 28 Juli 1919 en waarvan de inwerking treding werd bepaald op 1 November d.a.v. Reeds jaren was men met een herziening der bepalingen, die sedert 1898 de waterlevering in deze Gemeente onge wijzigd beheerschten, doende, doch door den oorlogstoestand werd de afhandeling dezer aangelegenheid telkens uitgesteld. Ten aanzien der nieuwe tariefsbepalingen valt in de eerste plaats op te merken, dat, wanneer water voor „huiselijk gebruik” geleverd wordt, het vaste bedrag, dat halfjaar lijks te voldoen is, voortaan alleen naar den grondslag „huurwaarde” zal worden berekend. Voor waterclosets, baden en besproeiingsdoeleinden (behalve wanneer het afzonderlijk aangesloten tuinen betreft) behoeft dus niet meer extra te worden betaald. Het motief dezer wijziging is geweest, dat, waar in de perceelen, die water voor „huiselijk gebruik” ontvangen en in welke bovengenoemde toestellen aan de leiding zijn aangesloten, controle op het verbruik door een meter plaats heeft, het middel aanwezig is om hen, die door bedoelde toestellen meer gebruiken dan anderen, die deze niet hebben, daarvoor te laten betalen. Verder dat de inrichting van waterclosets en de opstelling van badtoestellen, waaromtrent gezegd kan worden, dat zij uit hygiënische overweging aanbeveling verdienen, door de extra-betaling wordt tegen gehouden Schrapping der extra-berekening voor gevel- en besproeiing naar oppervlakte, voor rijtuigen, trekdieren en vee naar het aantal, is ter vereenvoudiging geschied. In de tweede plaats dient gewezen te worden op de vaststelling van een minimum hoeveelheid water, die half jaarlijks in de perceelen van lagere huurwaarde, waar contróle-meters zijn opgesteld, mag worden verbruikt, alvorens van extra-berekening sprake zal zijn. In het tarief van 1898 bepaalde de vooruit naar huur waarde en toestellen betaalde som in verband met den prijs per M3. bij „levering volgens meter” de hoeveelheid, die per halfjaar zonder in bijbetaling te vallen mocht worden verbruikt. Voor een groot deel der kleinere per ceelen was deze hoeveelheid vrij gering. Thans is aan de laagste zes klassen van perceelen (tot f 400,— huurwaarde), die het water volgens „huiselijk gebruik” ontvangen en in welke een contróle-meter is opgesteld, per halfjaar een verbruik gegarandeerd van 40 M3. of 7 M3. per maand, een hoeveelheid, die zeer ruim te noemen is.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 445