Bjjlage 18
HOOFDSTUK I.
Beheer der fabrieken, enz.
VERSLAG van den toestand en de exploitatie der
Gemeentegas fabriek en over het dienstjaar 1919.
De gasrantsoenieering bleef tot 1 Juli 1919 gehandhaafd.
Tot dien datum bedroeg de prijs van het gas 10 cent per
M3. met cent verhooging voor muntgas. Boven het rant
soen moest 40 cent per M3. bijbetaald worden. Bij Raads
besluit van 30 Juni 1919 werd met ingang van 1 Juli 1919
de gasrantsoeneering opgeheven en de gasprijs vastge
steld op 16 cent per M3. met 54 cent verhooging voor gas,
over muntmeters geleverd.
De fabrieken werden ingevolge Raadsbesluit van 16 Dec.
1879 beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan
door eenie Commissie.
Deze Commissie bestond op 1 Januari 1919 uit de heeren
J. J. Verburg, Prof. C. L. van der Bilt, F. W. N. Hugenholtz
en J. C. Jansen, leden van den Gemeenteraad, onder voor
zitterschap van den heer Mr. Dr. H. J. Romeijn, Wethouder
voor de Gemeentebedrijven.
In de vergadering van den Gemeenteraad van 2 Septem
ber 1919 werd de Commissie van bijstand in het beheer
der Gemeentefabrieken voor gas en electriciteit opnieuw
samengesteld als volgt: de heeren Prof. C. L. van der Bilt,
J. J. Verburg, I. van der Loo en J. J. van Langen. Als
voorzitter is aangewezen de Wethouder voor de Gemeente
bedrijven, de heer A. C. A. van Vuuren.
De verkoop van cokes aan particulieren geschiedde ook
dit jaar tegen door de Brandstoffen-Commissie, District
’s-Gravenhage, vastgestelde prijzen.
Deze bedroegen van 1 Januari tot 31 Maart f 1,40 per
H.L. grove cokes, terwijl voor kloppen 5 cents en voor
thuisbezorgen 20 cents per H.L. meer werd betaald.