1919
1918
1917
1916
1915
1910
1905
1900
1895
1890
1885
1882
843
658
639
619
476
543 1
543
543
543
543
543 1
Op 31
31
31
31
31
31
31
31
De totale opbrengst van liet vergunningsrecht krach
tens de Drankwet bedroeg over het vergunningsjaar,
geëindigd op 30 April van het jaar.
1’ 65.381.25
- 61.592,185
- 60.442,186
- 59.654,685
- 59.560,93
- 62.648,435
- 60.623,30
- 65.890,62"
- 64.371.875
- 61.466,25
- 54.545.82
- 57.275,—
Bij het in werking treden der Drankwet op 1 Mei 1882
bedroeg het aantal vergunningen
December
1885
1890
1895
1905
1915
In de Raadsvergadering van 19 December 1910 werd
aangenomen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders om, ingevolge het bepaalde bij artikel 4, 2e lid,
onder 1° der Drankwet, aan de Kroon het voorstel te
doen, om te bepalen, dat boven het naar de bevolking
op 1 Januari 1910 berekende maximum aantal vergun
ningen voor den kleinhandel in sterken drank, nieuwe
vergunningen niet mogen verleend worden.
Bij Koninklijk besluit van 31 December 1910. No. 92,
werd het maximum aantal dier vergunningen verlaagd
en vastgesteld op 542.
50
99
99
99
Waaronder eene vergunning, verleend voor eene buitengewone
inrichting voor maatschappelijk verkeer, welke derhalve niet mede-
telt voor het maximum.
718
31
31
31
1900
1910
1916
1917
1918
1919