51
H O O F 1) S T U K V.
Gemeente-eigendoininen, werken en inrichtingen.
v e r k o c h t
voor 3 perceelen met f 12,50 per perceel,
1 perceel - 25,
3 perceelen - 50,
aan de Naamlooze Vennootschap M a a t-
s c h a p p ij tot exploitatie va n o n r oere n d e
goed e r e n „L a a n v a n Mee r d e r v o o r t”, de op
pervlakten grond nabij den Raamweg, kadaster Sectie
X, Nos. 688, groot 1 A., 2 c.A. en 689, groot 6 A., voor
f 8.424,—;
aan A. A. Mnssert, een oppervlakte grond aan de
Noordoostzijde van de Pletterijstraat, kadaster Sectie
R., No. 9596, groot 32 c.A., voor f 768,
aan Mevr o u w K. P. F. P i e k, buiten gemeenschap
van goederen gehuwd met P. A. H. Helde n s, C.
V e 11 e k o o p, echtgenoote van W. S. Hoekstra en
de Naamlooze Vennootschap V e r e e n i g d e
Bot er- en Kaaswinkels „B o k a”, de bij akte van
8 Maart 1843 tot 31 December 1936 in erfpacht uitge
geven gemeentegrond achter de Badhuisstraat, groot
36 c.A., kadaster Sectie A G, Nos. 2537, 2538 en 2539,
allen gedeeltelijk, voor f 540,
Het vergunningsrecht bleef bepaald op f 12,50 van
iedere f 50,huurwaarde.
Tot schatter van het vergunningsrecht werd in 1919
weder voor den tijd van één jaar benoemd de heer M.
W. C. H. Slotboom.
Voor ('e herschattingen werden aangewezen de heeren
.1. J. W. A. van der Vet en G. J. de Jongh.
Herschatting werd gevraagd door 8 personen, terwijl
bij den Gemeenteraad geen verzoeken om vermindering
van den aanslag in het vergunningsrecht werden inge
diend. Door 1 persoon werd de aanvrage ingetrokken.
Het oorspronkelijk geschatte vergunningsrecht ver
minderde door de herschatting voor 7 perceelen als
volgt:
Door de Gemeente werden