19 2 VERSLAG GEM. ELECTRISCH BEDRIJF. I bruik, terwijl de kosten van onderhoud door deze foreeering ook belangrijk stegen. Ook de provisorische vuilverbrandingsinrichting was ge durende dien tijd in vol bedrjjf en des te meer voldoening kan het geven, dat ondanks deze wijze van werken de stroomlevering geen enkelen keer is gestoord. Juist toen de belasting hooger werd dan met de ketels mogelijk was, was de eerste nieuwe ketel in bedrijf gekomen, waardoor aan de stijging gedurende eenige weken weder het hoofd kon worden geboden en daarna de tweede ketel, waarmede de maximale belasting, welke 45 hooger was dan het jaar daarvoor, kon worden gedekt. In het najaar was het aan de Centrale bijgebouwde transformatorstation met bijbehoorenden 10.000 Volt schakel- aanleg zoo ver gevorderd, dat inbedrijfstelling kon plaats hebben. Met deze nieuwe inrichting werd het mogelijk een groot vermogen met betrekkelijk geringe verliezen naar van de Centrale ver verwijderde punten over te brengen. Hiertoe wordt de spanning van de over te brengen energie van 3.000 op 10.000 Volt getransformeerd. Voorloopig werden 2 transformatoren ieder van 2.000 K.W. in bedrijf gesteld. Het aantal aangesloten installaties steeg van 30.857, waar van 1.634 bij coöperatieve woningbouwvereenigingen en ge meentelijke woningblokken op 1 Januari 1919, tot 39.768, waarvan 1.175 bij coöperatieve woningbouwvereenigingen en gemeentelijke woningblokken, op 31 December 1919. De achteruitgang in het aantal der laatstbedoelde aange sloten installaties vindt zijn oorzaak in het overnemen van een aantal dezer installaties door het Electriseh Bedrjjf. De kolen besparing ten gevolge van de provisorische vuil verbrandingsinrichting is niet nauwkeurig vast te stellen, daar de watermeters dier inrichting gedurende eenigen tyd defect waren en de materialen voor de reparatie hiervan niet tijdig aankwamen. In verband met de verbrande hoe veelheid vuil gedurende dien tijd is de besparing zoo nauw keurig mogelijk uitgerekend en daarbij bleek, dat de kolen besparing ongeveer f 376.500,is geweest, hierbij gevoegd de vergoeding van de Openbare Reiniging wegens mindere afvoerkosten van het vuil ad. f 66.768,— geeft een bedrag van f 443.268,— Hiervan moeten in mindering gebracht worden alle kosten, inclusief rente en de afschrijving, gebaseerd op een af- schrijvingsperiode van 5 jaar, welke kosten te zamen be dragen f 438.474,zoodat met de inrichting een winst is gemaakt van rond f 5.000,ongeacht de opbrengst van slakken, waarvan het provenu aan de Openbare Reiniging ten goede gekomen is.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 572