21 8 VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. in het Slachthuis, weer meer zorg kon worden besteed aan winkelbezoeken bij de slagers en dit deel der openbare hygiëne beter tot zijn recht kwam. In den loop van het jaar werd keurmeester Das wegens het bereiken van den leeftijdsgrens op pensioen gesteld en in zijn plaats benoemd W. de Groot. Aangaande de uitkomsten van den keuringsdienst kan het volgende worden opgemerkt Tuberculose kwam voor bij 2511 runderen (12,9 59 vette kalveren (0,62 223 graskalveren (2,56 6 nuchtere kalveren (0,03 1 schaap 0,003 en 1889 varkens (8,99 °/o). Cysticercus inermis (lintwormlarven, die bij den mensch lint wormziekte kunnen veroorzaken) werden bij het rund 20 maal aangetroffen en wel 3 maal in levenden en 17 maal in afgestorven toestand. De vindplaatsen van levende, zoo wel als van doode. parasieten waren de uit- en inwendige kauwspieren en de hartspier. Bij graskalveren werd deze parasiet 18 maal gevonden en wel 1 maal in levenden en 17 maal in afgestorven toe stand. In beide gevallen werden de blaaswormen aangetroffen in de in- en uitwendige kauwspieren en de hartspier. De drie runderen‘en het graskalf, waarby levende blaaswormen waren gevonden, werden na drie weken in het koelhuis bewaard te zijn, waardoor de parasieten zeker worden ge dood, in het vrije verkeer gegeven. Echinococcose (het voorkomen van een blaasworm, die de larf is van een lintworm, welke bij hond en bij mensch voorkomt) werd gevonden bij 155 runderen, 59 paarden, 57 varkens en 26 schapen. Actinomycose (straalschimmelziekte, welke op den mensch kan overgaan) kwam voor bij 9 runderen en 1 graskalf. Als voor den mensch niet schadelijke parasitaire ziekten van slachtdieren werden aangetroffen Distomatose (leverbotziekte) bij 192 runderen, 727 schapen, 6 varkens en 32 graskalveren. Strongylose(longwormziekte)bij 89 kalveren en 1231 schapen. Cysticercus tenulcollis (een lintwormlarf, welke niet in de spieren, uitgezonderd het hart, doch aan de sereuse vliezen, welke de ingewanden bekleeden, voorkomt en niet gevaarlijk is voor den mensch) werd gevonden bij 141 schapen en 92 varkens. Van de in de Wet genoemde besmettelijke veeziekten, welke voor een deel ook voor den mensch gevaarlijk zijn, kwamen voor Mond en klauwzeer herhaalde malen, Miltvuur éénmaal bij een rund, Vlekziekte bij 2 varkens,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 660