21 20 VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. 188 runderen. 82 paarden. 129 vette kalveren. 135 graskalveren. 306 varkens. 460 schapen. 4 geiten. 269 nuchtere kalveren. 2 veulens. 2 speenvarkens. V. Slachtingen. Als een gevolg van de opheffing der beperkende bepa lingen, voor de vleeschdistributie vastgesteld, die in 1918 zich zoo buitengewoon drukkend lieten gevoelen, is het aantal slachtingen in 1919 aanmerkelijk grooter geweest dan in het daaraan voorafgaande jaar. De hooge vee- en vleeschprijzen hielden wel een ruim vleeschverbruik tegen, doch het is een gunstig teeken te noemen, dat, in het belang van de volksvoeding, weder 50 °/o meer dieren voor de consumptie werden gedood. Het is toch, vooral in de oorlogsjaren, afdoende gebleken, dat vleesch en vet tot de meest belangrijkste voedings middelen van ons volk behooren. In het begin van 1919 zijn voor de distributie nog ge slacht1 rund, 259 paarden, 18 varkens, 221 schapen en 31 nuchtere kalveren, terwijl daarenboven werden gedistri bueerd groote partijen bevroren en gezouten vleesch en Amerikaansch spek, het totaal gewicht dezer dieren en partijen bedroeg, ruim afgerond, 650.000 K.G. Vergeleken met de cijfers van 1918 zijn in 1919 méér geslacht4.124 runderen, 3.029 graskalveren, 14.425 varkens, 15.071 schapen en 3 speenvarkens, waartegenover minder zijn gedood394 paarden, 2.774 vette- en 1.332 nuchtere kalveren, 308 geiten en 9 veulens, in totaal dus méér ge slacht 31.835 dieren. Het grootste aantal dieren is geslacht op 22 December 145 runderen, 16 paarden, 75 vette kalveren, 62 graskalveren, 228 varkens en 460 schapen, totaal 986 dieren. Van elke diersoort afzonderlijk, werden het meest ge slacht op 12 November 16 Januari 6 Augustus 10 Februari 10 Januari 20 October 5 Mei 12 Maart. 1 Mei 4 December

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 668