22 5 VERSLAG GEM. HAVENDIENST. den lagen koers van Mark en Franc, bleven de vaten met haring langer op de kade liggen, dan bij een geregelden vlotten uitvoer het geval was. Toen daarenboven nog dikwijls een groot getal haringvaarders terzelfder tijd de haven binnenliepen en hunne haring wenschten te lossen, kwam ook het gebrek aan ruimte op de kade sterk naar voren. In totaal werden hier aangevoerd 247286 ton haring. De prijzen, in het begin zeer hoog, daalden door grooten aanvoer en de moeilijkheden om in het buitenland een afzetgebied te vinden. Export naar Amerika was door de hoogc scheepsvrachten, gepaard met het gebrek aan laad ruimte, ondoenlijk. Het financieel resultaat van de haringteelt was voor de verschillende reederijen zeer uiteenloopend. Verscheidene reederijen hadden daarbij groote bedragen af te schrijven wegens het verlies van netten met toebehooren. Het netten- verlies was dit jaar vooral zoo groot, omdat de loggers, door beperkte visehruimte wegens mijnenvelden, die nog niet waren opgeruimd, dicht bij elkander vischten. Bij het vele ruwe weer, dat gedurende de haringvisscherij heersch- te. raakten dan de haringvleeten, die een lengte van onge veer 3000 M. hebben, in elkander en moesten of gekapt worden, of kwamen in stukken en brokken weer aan boord. Bovendien verloor men veel netten, doordat deze aan wrakken of boeien bleven vastzitten. Waar gemiddeld ge- vischt werd met 110 a 120 netten, was bij een prijs van f 100,voor een ongetaand net, de waarde van een vleet, inclusief reep en touwen, ongeveer f 17.000,—. Het verzekeren der vleet kon slechts geschieden tegen een zeer hooge premie, zoodat, voor zoover mij bekend is, bijna geen verzekeringen voor vleetschade te Scheveningen werden afgesloten. Een eenigszins belangrijk nettenverlies kon dan ook oorzaak zijn, dat zelfs bij een normale vangst, het eind resultaat in financieel opzicht slecht was. De handel in haring beleefde moeilijke tijden door de boven reeds beschreven bezwaren aan den export van haring verbonden. De vaargeul van de buitenhaven, waarvan de diepte reeds gedurende den trawltijd slechts aan zeer matig ge stelde eischen voldeed, werd gedurende de haringvisscherij steeds ongunstiger voor een geregelde vaart op de haven. Waar wegens gebrek aan brandstoffen slechts één bagger - werktuig in gebruik was en nog is, om zoowel de buiten haven als de binnenhavens op diepte te houden, daar kan het geen verwondering baren, dat het inkomende zand niet

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 703