22 L 10 VERSLAG GEM. HAVENDIENST. Sleepdienst. Sedert het opheffen der Concessie voor den sleepdienst op de haven zijn steeds voldoende sleepbooten in de haven voor het sleepen der visschersvaartuigen aanwezig. Eigenaardig is wel, dat, terwijl belanghebbenden vroeger aandrongen op opheffing der concessie, zoodat zij niet verplicht waren om van de sleepbooten van den conces sionaris, L. Smit Co. ’s Sleepdienst, gebruik te maken, deze sleepdienst thans, nu het sleepen op de haven geheel vrij is, de eenige is, die dit bedrijf hier uitoefent, en daartoe een contract met de reederijen heeft afgesloten. Behalve dat thans het sleepen duurder is, door het ver vallen der subsidie van de Gemeente, is de toestand feitelijk niet veranderd. Seininrichting. De dienst werd onafgebroken dag en nacht waargenomen. Op 23 April, toen weder voldoende petroleum voor de sein- lantaarns te verkrijgen was, werd de beperking in het geven van nachtseinen opgeheven. Als grondslag voor het getijseiu werd steeds aangenomen de minste diepte, welke in de vaargeul der buitenhaven en tot 300 M. buiten de havenhoofden in zee werd gevonden, volgens de laatste, door den Rijkswaterstaat verrichtte peiling. De hoogste waterstand, toen er 38 d.M. water in de vaar geul stond, werd waargenomen op 28 Maart en 19 December. De laagste op 11 December, toen liet ondiepste gedeelte voor 2 d.M. droog kwam te liggen. Sleephellingen. In het geheel werden 250 loggers, 1 stoom vaartuig en 48 andere schepen gehellingd. In Januari vertrokken 3 vaartuigen naar Vlaardingen om aldaar gehellingd te worden, daar wegens de vele aan vragen om een ihellingbeurt, deze schepen anders te lang hadden moeten wachten. Bij besluit van den Gemeenteraad van 3 November 1919 werd goedgekeurd, dat door de N.V. Sleephelling Maat schappij „Sciheveningen” te Scheveningen voor het plaatsen van een logger op de sleephelling aan de hinnenvoorhaven, in plaats van f 35,ten hoogste f 60,werd gevraagd. Dit nieuwe tarief mocht met ingang van 1 October 1919 in werking treden. Havengeld. Bij het opmaken van de ontwerp-begrooting voor 1919, was de toestand ter zee zoo weinig hoopvol, dat op een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 708