By lage 23 A L G E M E E N O V E R Z I C H T. 1. Beheer. VERSLAG van den toestand en de exploitatie der Gemeenteplantsoenen over het jaar 1919. Ingevolge de in de Raadsvergadering van 29 Januari 1917 vastgestelde beheersverordening, (Verz. no. 2 van 1917) worden de plantsoenen beheerd door Burgemeester en Wet houders, bijgestaan door eene Commissie. Deze Commissie bestond op 1 Januari 1919 uit de heeren: J. J. L. Bourdrez, L. W. Sillevis L.Wzn., Mr. H. J. Nieboer en C. L. de Koning, onder Voorzitterschap van den heer J. Jurriaan Kok, Wethouder voor de Plaatselijke Werken en Eigendommen. Door zijn ontslagname als lid van den Gemeenteraad met ingang van 1 Mei 1919 hield de heer J. J. L. Bourdrez op, lid der Commissie te zijn. Door overlijden in de maand April 1919 ontviel aan de Commissie de heer L. W. Sillevis L.Wzn., terwijl aan Haar eveneens door overlijden, in de maand Juni 1919, werd ont rukt de Voorzitter, de heer J. Jurriaan Kok. In de Raadsvergadering van 2 September 1919 werden tot leden van de Commissie gekozen de heeren: C. L. de Koning, Mr. H. J. Nieboer, K. Vink en R. R, L. de Muralt. In de Raadsvergadering van 29 September d.a.v. werd de heer de Muralt van het lidmaatschap der Commissie ont heven en werd in de vacature voorzien door verkiezing van den heer M. Vrijenhoek. Met ingang van 3 October 1919 ten slotte trad definitief als Voorzitter der Commissie op de heer Mr. P. Droog- leever Fortuijn, die inmiddels het Wethouderschap voor de Plaatselijke Werken en Eigendommen had aanvaard.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 725