23 9 VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN. Ook het afgeloopen jaar, bleven eenige, bij sommige gemeentegebouwen, niet gebruikt wordende gedeelten tuin benut, voor het tijdelijk opplanten van hoornen en heesters, dit laatste geschiedde ook voor zooveel noodig op de buiten plaats „Marlot”. De directe kosten van kweeking der boomen, heesters en bloemen en van de verdere verzorging der kweekerijter- reinen, blijken uit den gespecificeerde!! staat behoorende bij de bedrijfsrekening. (Zie administratief verslag, Art. I der Lasten.) Het dagelijkseh onderhoud werd, voor zoover mogelijk in eigen beheer gedaan, terwijl werkzaamheden van meer teehnisehen aard door bemiddeling van het bedrijf der Gemeentewerken werden uitgevoerd. Met het in het laatst van het vorige jaar in gebruik genomen houten hulpgebouw voor de administratie wordt voorloopig nog in de behoefte voorzien. De in het vorige verslag ter sprake gebrachte stichting van een nieuw ge bouw aan den Kweekerijweg, blijft evenwel nog geweuscht; door de zeer hooge bouwkosten van den laatsten tijd, moest de verdere voorbereiding van dit plan nog worden uit gesteld. In verband met het voornemen, het politieposthuis aan den Bezuidenhoutscheweg, tegenover den Sehenkweg, af te breken, alwaar verschillende gereedschappen van de in het Bezuidenhoutkwartier arbeidende werklieden werden opge borgen, werd voor dat doel met ingang van 1 Augustus 1919 gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om aan de Scbenkstraat een gedeelte van een pakhuis te huren voor f 30,per maand; 31 December d.a.v. moest dit echter weer worden ontruimd, omdat de eigenaar toen alleen bereid was het geheele pakhuis te verhuren voor f 1000,— per jaar, welke uitgaaf niet gewettigd werd geacht. Met de gelegenheid tot berging in dit, reeds vrij uitge breide stadsgedeelte is het niet rooskleurig gesteld. Door het gemis daarvan moet, behalve van eenige in dat kwar tier gelegen gemeentegebouwen, noodgedrongen ook nog gebruik worden gemaakt, van eenige welwillend en koste loos ter beschikking gestelde berggelegenheid bij een par ticulier bloemist en bij den boschwaehter in het Haagsche Bosch en moet een deel der werklieden uit dit kwartier, na afloop van het werk, gereedschappen en werktuigen mede naar huis nemen en aldaar opbergen. IV. Gebouwen en inrichtingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 731