23 12 VERSLAG GEMEENTEPLA.NTSOENEX werden de schuldigen door den b. Aanleg. Boombe plantin gen. 1.004 M. in 1919 werd meer bijgeplant 116.127 M. de lengte op 31 December 1919 bedroeg vonden, doordat meermalen op brutale wijze boomstammen werden afgezaagd en medegevoerd; blijkbaar was dit een gevolg van den toen heerschenden brandstoffennood in het koude jaargetijde. Verschillende malen rechter veroordeeld. De op deze wijze aan de beplantingen toegebrachte schade werd door nieuwe inplanting van gewassen hersteld. Uit den gespecificeerden staat behoorende bij de bedrijfs- rekening (zie administratief verslag, Art. III der Baten) blijkt, wat voor de gemeente de kosten zijn geweest van het onderhoud der verschillende soorten beplantingen, als mede van het bewaken daarvan. De lengte der boombeplantingen langs wegen, lanen en straten bedroeg op 31 December 1918 in 1919 werd bijgeplant in 1919 werd gerooid 115.123 M. 1.322 M. 318 Het aanbrengen van nieuwe beplantingen geschiedde eveneens in eigen beheer. Het grootste werk dat in het afgeloopen jaar werd uit gevoerd, was wel de aanleg van het park op de buiten plaats „Marlot”, hetwelk voor het belangrijkste gedeelte gereed kwam. Enkele onderdeelen van dit werk, als het graven van een vijver en een sloot en het verharden van paden, werden ondershands uitbesteed. Voor het verharden der paden werd gebruik gemaakt van sintels, welke als afkomstig uit de vuilverbranding van den Gemeentelijken Reinigingsdienst werden betrokken en den uitvoerders ter beschikking werden gesteld. Uit bovenbedoelden staat (zie administratief verslag, Art. IV der Baten) blijkt o. m. waar aanlegwerken hebben plaats gehad, benevens de daarvoor door het bedrijf in rekening gebrachte bedragen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 734