24 16 VERSLAG GEMEENTEWERKEN. (I. Tevens verleende de Gemeenteraad in die vergadering een crediet, ter bestrijding van de kosten: 1. van overneming van de vroegere exploitable, van het badmateriaal, bestaande uit 17 badkoetsjes, te zamen 70 kleine kamertjes bevattende, 1 personeelwagen, 1 trans portwagen, 1 boot met toebehooren, eene loods voor berging van het badmateriaal en twee houten reddingstokken, als mede 2557 stuks badgoed (badbroeken, badcostuums, bad mutsen en badhanddoeken); 2. van het herstellen, verven, enz. van het overgenomen badmateriaal; 3. van den bouw van een badbureau voor den verkoop van kaartjes en het opbergen van badgoed; 4. van aanschaffing van: voorloopig nog 9 nieuwe koetsjes, elk met twee afdee- lingen, in verband met de te verwachten toeneming van het gebruik van het Volkszeebad, waardoor het aantal badhokjes op 88 werd gebracht; b. eene tweede boot, om evenals bij de Maatschappij „Zeebad Scheveningen” geschied, in het belang van eene grootere veiligheid, steeds een zwemmer in eene boot in zee te hebben om de zwemmers voor mogelijk gevaar te waarschuwen; c. twee schaft- en kleedwagens, onderscheidenlijk voor het mannelijk en vrouwelijk badpersoneel, 2 privaten, als mede van eene schutting met voederbak en ruif voor een paard; d. het benoodigde badgoed. De kosten van inrichting van het Gemeentelijk Volks zeebad, welke op f 64.350,— waren begroot, hebben in totaal f 54.924,78 bedragen. De als bijlage 2 hieraan toegevoegde opgave geeft een overzicht van hetgeen werd aangeschaft. Alhoewel er nog maar weinig tijd voor de inrichting van het Volkszeebad beschikbaar was, mocht het toch gelukken daarmede eenige dagen vóór de opening op 15 Juni gereed te komen. Demoeilijkheid was echter voor de betrekking van Directeur van het Gemeentelijk Volkszeebad iemand te vinden, die het groot nut dezer instelling volkomen be greep en de verantwoordelijkheid van zijn taak voelde, iemand, die een dergelijk bedrijf naar behooren zou weten te organiseeren en zich, ondanks den korten tijd, dat zijne diensten noodig zouden zijn (hoogstens vier maanden) ge heel aan die taak zou kunnen en willen geven. Het is tenslotte toch mogen gelukken in den heer C. Butter een zoodanig persoon te vinden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 774