25 9 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. d. Arbeiderswijk tusschen Laak en Broeksloot. Bij de wet van 11 Juli 1919, Staatsblad No. 488 werd het algemeen nut der onderwerpelijke onteigening verklaard: de onteigening moest bij den rechter zijn aangevraagd vóór den 14en Augustus 1920. Bij Raadsbesluit van 20 October 1919, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 28 October d.a.v., werden de aan te bieden schadeloosstellingen vastgesteld en besloten om bij niet-aanneming daarvan te procedeeren. Krachtens Raadsbesluit van 3 Februari werden inmiddels de perceelen Gemeente ’s-Gravenhage, Sectie A. I. No.’s 63, 64, 65, 67, 69, 70, 71, 72, 552 alle gedeeltelijk en de No.’s 66. 73, 74 en 75 en Gemeente Rijswijk, Sectie B, No. 143, ter gezamenlijke grootte van 57664 M2. voor de som van f 65.353,80 aangekocht. e. Doortrekken Benoordenhoutscheweg. Bij de wet van 7 Juni 1919, Staatsblad 298, werd het Algemeen nut der onderwerpelijke onteigening verklaard; de eindaanwijzing der te onteigenen perceelen geschiedde bij koninklijk Besluit van 1 Augustus 1919, No 56. f'. Zuiderpark c. a. De eerste ter visie legging der onteigeningsbescheiden had plaats van 17 Februari t/m 22 Maart 1919. Krachtens Raadsbesluit van 15 September werden voor f 311.991,aangekocht de perceelen Sectie A. C. No. 2 t/m 7 en Sectie A. I. No's 2, 5 t/m 31, 33 gedeeltelijk en 34, groot 47.7980 II. A. Bij Raadsbesluit van 6 Januari werd besloten tot aankoop van 4.1894 H. A. gelegen aan de middenwatering. Kad. Ge meente Loosduinen Sectie M, No’s 493 en 495 voor de som van f 25.500,—. g. Arbeiderswijk ten Z.-1F. van het Afvoerkanaal. Ten einde in het tekort van arbeiderswoningen te voorzien werd bij Raadsbesluit d.d. 31 Maart 1919 in beginsel besloten de reeds bestaande arbeiderswijk gelegen aan de Z.-W. zyde van het Afvoerkanaal uit te breiden, en daarvoor te be nutten eene aan de Z.-W. zijde aangrenzende oppervlakte domeingrond. Nadat de medewerking van den Minister van Financiën was verkregen werd bij Raadsbesluit van 15 Augustus 1919 besloten de onteigening in het belang der volkshuisvesting van het bedoelde terrein aan te vragen; de eerste ter visie legging vond plaats van 2 Juni t/m 12 Juli 1919.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1919 | | pagina 890