25
11
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
23 Februari 1918 (Stbl. 19).
3 Januari 1916.
21 Juli 1916.
4 Nov. t/m 10 Dec. 1916.
Het eerste onteigeningsvonnis werd door de Arrondisse
mentsrechtbank uitgesproken op 27 December 1918.
Overzicht der kosten
Het totaal aantal perceelen aangewezen bij Koninklijk
Besluit van 13 April 1915, No. 33, bedraagt 298.
Hiervan
behoorde
1 perceel reeds aan de Gemeente, te weten
Grondplan No. 150 (school);
is 1 perceel, Grondplan No. 110 niet onteigend in verband
met de overeenkomst met het Warenhuis (zie Raadsbesluit
d.d. 31 Maart 1919 en acte d.d 29 Augustus 1919);
zijn 17 perceelen straat of erf staande ten name der
Gemeente;
zijn 192 perceelen langs minnelijken weg verkregen voor
een totaal bedrag van f 1.171.492,80;
zijn 87 perceelen gerechtelijk onteigend voor een totaal
bedrag van f 2.488.167,waaraan toe te voegen 55.956 Mark
berekend naar de waarde op den dag der betaling.
Totaal298 perceelen, kostende f 3.662.823,92.
Te verminderen met een bedrag van f 75.000,krachtens
de vermelde overeenkomst met het Warenhuis.
Wegens schadeloosstelling aan huurders bij de gerechte
lijke onteigening werd betaald een bedrag van f 264,—.
In vorenstaande bedragen zijn niet begrepen de kosten
van het passeeren der koopaktenevenmin de bijkomende
kosten der procedures. De totaal onteigende oppervlakte
exclusief de oppervlakte straat en stoep bedraagt 28671 M2.
De oppervlakte van de beschikbaar komende overhoeken
bedraagt 13120 M2.
Verkeersweg PrinsegrachtElandstraat.
Ten einde aan den aan te leggen nieuwen verkeersweg
Prinsegracht—Elandstraat een voor behoorljjke bebouwing
geschikt terrein te verkrijgen, werd in de Raadsvergadering
van 16 Juni besloten tot aankoop van het aan Gemeente-
eigendom grenzende perceel Snoekstraat No.’s 5a, 5c, en 7,
kad. Gemeente ’s-Gravenhage Sectie C. No. 4757, groot
273 M2. voor den prijs van f 13.000,
Weg langs den Hofvijver (verkeersweg nabij den Gevangen
poort).
De voornaamste data zijn:
Raadsbesluit
Adres aan de Koningin.
Eerste ter visie legging
Wet waarbij het alg. nut wordt
verklaard