25
31
VERSLAG STADSONTWIKKELINGEN VOLKSHUISVESTING.
I.
Commissie van taxatie en advies
Hertaxatie.
m.
n
n.
Financieel overzicht.
B.
In vergelijking met de begrooting voor 1919 geeft de
rekening over dat jaar aanleiding tot de volgende opmer
kingen
I
II
lil
IV
V
VI
n
r>
n
Overbelaste terreinen
Verordening Grondbedrijf.
Bij Raadsbesluit van 2 September 1919 (Bijl. No. 652) werd
een gewijzigde verordening op het Grondbedrijf vastgesteld.
Als belangrijkste wijzigingen worden hierin genoemd:
het afzonderlijk administreeren der erfpachtsgronden,
waarby de rentebijschrijving komt te vervallen;
gewijzigde bepalingen betreffende het vaststellen van de
boekwaarde bij inbreng en van de waarde der terreinen
na hertaxatie.
k. Bemoeiingen van derden inzake erfpachtsuitgiften.
In 1919 kwamen eenige uitgiften tot stand door bemid
deling van tussehenpersonen, aan wie de gebruikelijke
makelaarsprovisie voor hunne bemoeiingen werd toegekend.
f 5.314.109,25
852.986,—
1.770.603,05
3.427.662,50
3.486.783,30
2.658.418,55
810.701,50
voor het Grondbedrijf.
Deze Commissie bestond uit de heeren
S. de Clercq, I. Godee en J. P. Thierrj’,
die bij Raadsbesluit van 14 Juli 1919 (Bijl. 923) voor een
tydvak van twee jaren als leden dier Commissie werden
benoemd.
Overeenkomstig het bepaalde in art. 5 der meergenoemde
Verordening op het Grondbedrijf werden in 1919 door boven
genoemde Commissie, de nog beschikbare gronden van het
Grondbedrijf, opnieuw getaxeerd. In verband hiermede
konden eenige overbelaste terreinen naar de betrekkelijke
districten worden overgebracht.
De waarde van de verschillende terreinen werd als volgt
vastgesteld
District