51
De Woningbeurs is voorloopig gevestigd in het perceel
Westeinde no. 5, en is geopend iederen werkdag van 94
uur, des Zaterdags van 912 uur v.m.
Op 1 Maart 1919 werd 'een aanvang gemaakt met den
bouw en inrichting der beurs en op 1 Mei d.a.v. kon zij in
werking treden.
Gedurende het tijdvak van 1 Mei tot en met 31 December
1919 werden 4683 personen, hoofdzakelijk inwoners dezer
Gemeente, ingeschreven als woningzoekenden, terwijl 35474
inlichtingen werden verstrekt.
De gegeven inlichtingen betroffen in hoofdzaak het ver
krijgen van eene woning, doch vele vragen hadden ook
betrekking op den arbeid en werkzaamheden der Huur-
commissiën, die van Bouw- en Woningtoezicht en der
Gezondheidscommissie.
In het geheel zijn 2794 te huur gekomen woningen aan
gemeld en 2400 verhuurde pereeelen afgemeld. Bovendien
zijn aangemeld 94 en afgemeld 89 woningen met winkel of
andere bedrijfsruimten.
In het belang van het publiek werd ook bemiddeling
verleend ten aanzien van gestoffeerde, gemeubileerde en
ongemeubileerde kamers.
In het geheel zijn 358 gemeubileerde of gestoffeerde kamers
aan- en 194 dier kamers afgemeld, terwijl 36 ongemeubi
leerde kamers aan- en 23 dito zijn afgemeld.
Vanaf 9 Mei 1919 werden de te huur zjjnde ongemeubi
leerde woningen gepubliceerd in de Gemeentelijke Crisis
courant, en nu en dan ook de gemeubileerde woningen etc.
indien de ruimte van dit blad zulks toeliet.
Na 26 September 1919 zijn geene mededeelingen betref
fende de Gemeentelijke Woningbeurs in de Crisiscourant
opgenomen, aangezien geen ruimte meer beschikbaar kon
worden gesteld.
De behoefte aan gelegenheid tot geregelde publicatie,
werd bij voortduring gevoeld.
Op het einde van de maand December 1919 waren 373
woningen direct, of binnen korten tijd (nieuwbouw) beschik
baar. Onder dit getal zijn niet begrepen de Gemeente- en
Vereenigingswoningen.
Aan de naleving van de verplichting tot kennisgeving
van elke tehuurstelling en verhuring van woningen werd
bij voortduring zooveel mogelyk de hand gehouden. Vele
herinneringen en waarschuwingen dienaangaande werden
den nalatigen verhuurders toegezonden en in vele gevallen
werd nog mondeling tot nakoming der verplichting aange
spoord. Meestal was men te goeder trouw en kende men het
bestaan van de verordening op de Gemeentelijke Woning-
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 25