27
5
Til. Verbetering van woningen, onbewoonbaar-
verklaring, enz.
Voor een gedetailleerd overzicht wordt verwezen naar
de 3 tabellen, aan het eind van dit verslag, op de blz. 23,
24 en 25 afgedrukt (reeds opgenomen in de maandcijfers
van het Gem. Statistisch Bureau).
Het verhoudingscjjfer tusschen de vermeerdering van
het aantal woningen en het bevolkingsaccres (19111913
gem. 1 4.93,19151918 gem. 1 6.46) was voor 1919 1 5.59.
De in October gehouden Rijkswoningtelling bevestigde,
dat 'de toestanden op het gebied van woonruimte zeer be
denkelijk waren; voor de resultaten van deze telling, die
uitgebreid werd met een vergelijkend overzicht tusschen
1916 en 1919, moge naar het Gemeentelijke verslag der tel
ling worden verwezen.
De drukkende tijdsomstandigheden deden ook in 1919
nog in zeer belangrijke mate haren belemmerenden invloed
gelden, op het nemen van maatregelen ten aanzien van
voorziening-behoevende woningtoestanden.
In vele gevallen moest van het uitoefenen van dwang
tot verbetering voorloopig worden afgezien, öf uit over
weging van de omstandigheid, dat met de verbetering ont
ruiming van de woning gepaard moest gaan, waartoe, ten
gevolge van den heersehenden woningnood, niet kon wor
den overgegaan, of uit overweging dat de uitvoerings
kosten, mede tengevolge van de materialen-schaarschte en
belangrijke prijsstijgingen en stijging van arbeidsloonen,
zoó hoog waren, dat zij niet meer in goede verhouding
stonden tot hetgeen met de verbetering zoude worden
bereikt.
Termjjn-verlenging voor het voldoen aan uitgevaardigde
aanschrijvingen, moest om gelijke redenen ook weder bij
herhaling worden verleend; toepassing van dwangmaat
regelen werd ook dit jaar alleen beperkt tot toestanden,
II. Stand van den woningbouw.
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.