27
12
(la1b) toonen onverweerde veldspaatkristallen, onder
scheidenlijk in gewoon doorvallend licht en bij gekruiste
nicols. In Ha) zijn zij glashelder, in (1b) met zuivere, grijze
tot lichtgele, kleuren.
(2a2b) toonen min of meer verweerd veldspaat. In ge
woon licht hebben de kristallen troebele partijen, bij ge
kruiste nicols hebben zij correspondeerend met deze
troebele gedeelten vlekken en een typeerende kleuren
mengeling, die op het uiteenvallen in een groot aantal
kristalletjes van verweeringsprodueten wijzen.
De fig. (3a3b) en 4a4b) geven een vergelijking voor
het mineraal olivijn.
(3a3b) geven het nagenoeg onverweerde mineraal, bij
gewoon licht (3a) glashelder, met sterk relief, bij gekruiste
nicols (3b) met levendige kleuren; de kristallen zijn sterk
gebarsten.
(4a4b) doen olivijnkristallen zien, die geheel in een
zacht, vezelig mineraal (serpentjjn) zijn omgezet. Bij ge
woon licht (4a) is het kristal groen, bij gekruiste nicols
(4b) vuilgroen, in beide gevallen met vezelige teekening,
die bij sterke vergrooting duidelijk aan den dag treedt.
Het ligt voor de hand, dat fijnkorrelige, schubbige of
vezelige verweeringsprodueten aan mechanische invloeden
en aan vorst beduidend minder weerstand bieden, dan de
oorspronkelijke, harde kristallen, en dat aanwezigheid van
veel verweerde of gebarsten kristallen, vooral als deze met
elkaar samenhangen, de gebruikswaarde van de steen ge
ring maakt.
Naast de met het bloote oog of de loupe waarneembare
gelaagdheid, is voorts kennis van de microstructuur van
heteekenis, waarbij gelet wordt op den samenhang der
harde mineraalkristallen als gunstig, en die van de zachte,
zeer splijtbare, of verweerde deelen als, in het algemeen,
ongunstig verschijnsel.
Bij zandsteen b.v. (men denke aan de uiteenloopende
hoedanigheden van zandsteenkeien) is het microscopisch
onderzoek van zéér groot belang, omdat de deugdelijkheid
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.