30 7 386 werklieden, 160 werklieden, 142 werkvrouwen, 22 werklieden, Transport Verder zyn op dien datum in tydelijken dienst: a. bjj den Reinigingsdienst b. by den Schoonmaakdienst voor den dienst der lagere scholen en bewaar scholen In persoonlijken dienst van concierges voor den dienst der overige gemeente- gebouwen zyn terwijl bovendien in lossen dienst zijn bij den Reinigingsdienst ter comple- teering van de vaste bezetting Op 31 December 1920 zyn derhalve in het geheel, en vormende de vaste bezetting, aan dezen dienst verbonden840 werklieden. Bij den Reinigingsdienst bedraagt op dien datum de vaste bezetting 568 werklieden tegen 618 in 1919. Deze verminde ring is een gevolg van de in begin Maart plaats gehad hebbende inkrimping der bezetting wegens bezuiniging. Verder wordt dit aantal in het sproeiseizoen naar be hoefte uitgebreid ter voorziening in de benoodigde werk krachten voor het sproeien en voor den meerderen arbeid, welke des zomers aan de straatreiniging besteed moet worden. Overigens zijn gedurende het geheele jaar afwisse lend een aantal losse werklieden in dienst ter aanvulling van het incompleet, ontstaan door ziekte, verlof', werkzaam heden by den Ontsmettingsdienst, den Schoonmaakdienst en dergelyke. Gedurende de wintermaanden zijn bovendien bij den Schoonmaakdienst een aantal losse werkvrouwen werkzaam (in den winter van 1920/21, 76) gedurende eenige uren per dag als hulp bij de kachelverzorging in de scholen en de gemeentegebouwen b. Loonen en werktijden. Met ingang van 1 Januari werden ook de loonen der werklieden wederom verhoogd en werd het minimum-loon WERKLIEDEN. 130

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1013