8
46 transporteeren.
en
thans als volgt:
Groep
II
III
IV
V
Werkvrouwen,
I minimum f 30,
31,50
33,-
34,50
36,—
gebracht op f 30,— per week. Mede werd aan het geheele
gemeentepersoneel premievrjj pensioen voor weduwen en
weezen toegekend.
De indeeling in 5 groepen bleef gehandhaafd. De min imum-
maximum-loonen voor de onderscheidene groepen zijn
maximum f 32,
33,50
35,-
36,50
- ,>v,38,
minimum f20,maximum f22,respec
tievelijk f 0,45 en f 0,49 per uur.
Van at 1 December wordt voorts aan de ambtenaren en werk
lieden, wier maximum-salaris ofloon f4000,per jaar niet over
schrijdt, een tijdelyke bijslag toegekend van f 3,— per week.
In October trad de Arbeidswet 1919 in werking, tenge
volge waarvan eenigc werkroosters moesten worden aan
gepast aan de bepalingen dier Wet. Op den arbeidsduur is
deze Wet uiteraard niet van invloed geweest daar de 8-urige
arbeidsdag met vrijen middag voor het personeel reeds
sedert Juni 1919 gold.
Het aantal jaarlijksche verlofdagen van de werklieden
is met 4 verhoogd en bedraagt derhalve thans 12.
Onderstaande opgave bevat een overzicht van de betrekkin
gen, waarin de werklieden op 31 December 1920 werkzaam zyn
Reinigingsdienst.
5 voormannen ambachtslieden.
1 voorman (niet ambachtsman
4 hoefsmeden.
5 wagenmakers.
3 timmerlieden.
8 schilders.
13 smeden.
7 bankwerkers.
V)
n
30 VERSL. GEM. REINIG.-, ONTSM.- EN SCHOONMAAKDIENST.