30 11 d. Belooningen en straffen. Ingevolge artikel 45 van het Werkliedenreglement 1911 is aan 18 werklieden eene eervolle vermelding gepaard gaande met eene gratificatie wegens 25-jarigen dienst toe gekend, terwijl 2 werklieden eene dergelijke onderscheiding, eveneens met daaraan verbonden gratificatie, ontvingen wegens 40-jarigen dienst. Aan den tijdelijk werkman A. van Stroe is wegens zyn flink optreden bij het tot staan brengen van een hollend paard voor eenmaal een extra toeslag op het loon gegeven. Aan 75 werklieden by den Reinigingsdienst en 11 werk lieden by den Schoonmaakdienst moest in het geheel 163 maal straf worden opgelegd wegens kleine, en 20 maal wegens ernstige vergrypen. Het overgroote deel (140) der niet ernstige verzuimen waren telaatkomingen. Het totaal bedrag der in eerste instantie opgelegde boeten is f 26,29; dat der schadevergoedingen f 6,20. Het aantal In het totaal aantal ziektedagen zyn begrepen 910 dagen, die het gevolg waren van 81 ongevallen. Aangifte werd gedaan van 148 ongevallen, waarvan 12 door de Rijksverzekeringsbank niet als ongeval zijn be schouwd. In de overige 55 gevallen is het werk door ge troffenen niet gestaakt. Van de 148 ongevallen betroffen 37 losse werklieden met een totaal van 237 dagen. In 44 gevallen is door genoemde Bank toegekend alleen schadeloosstelling voor genees- en heelkundige behandeling: bovendien in 89 gevallen een tijdelijke uitkeering; in 1 geval een voorloopige rente en in 2 gevallen een tijdelijke uitkeering en een voorloopige rente. Aan ziekengeld is in 1920 betaald f 79.570,72s. Hiervan is terugontvangen aan uitkeeringen van de Rijksver zekeringsbank f 3.605,575, zoodat de kosten voor de gemeente bedragen f 75.965,15. De met ingang van 1 Januari verhoogde loonen zyn uiteraard van invloed op de verhooging van de over dit jaar uitgekeerde bedragen. WERKLIEDEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1017