30 13 Voor het hoefbeslag waren hoefsmeden in dienst. Er 4 1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919 1920 59.037 61.265 60.573 62.521 62.840 65.829 73.717 69.665 1,09 1,13 1,65 1.90 5 2,51 3,06 3.69 s 2.925 Hieronder volgt een overzicht van het aantal paarden dagen en de kosten van voeding en ligging per paard en per dag. 203.911.515 De geneeskundige behandeling der paarden bleef opge dragen aan den Ryksveearts, den heer H. van Aken. In den loop van het jaar waren afwisselend 86 paarden ziek, waarvan 7 langer dan een maand. Het totaal aantal ziektedagen bedroeg 1552, dus gemiddeld per paard 8 dagen, tegen gemiddeld 13, 11, 8, 9, 8, 16 en 14 dagen, resp. in de jaren 1919—1913. Afwisselend waren op rust gesteld 10 paarden, waarvan 5 langer dan een maand. Het totaal aantal rustdagen bedroeg 482, dus gemiddeld per paard 2'/2 dag. De aanzienlijke vermindering van het aantal ziektegevallen en dagen is het natuurlijke gevolg van de verbeterde voeding. Wegens geheele of gedeeltelijke ongeschiktheid zijn ver kocht voor de slachtbank of om te dienen voor verder gebruik 17 paarden mos. 20, 101, 133, 149, 155, 171, 213, 217, 219, 248, 258, 273, 280, 287, 299, 329 en 366). Gestorven is het paard no. 230, terwjjl het paard no. 328 aan de Brandweer is overgedaan, doch later weder is terug ontvangen. Het paard no. 420 heeft een veulen geworpen. Dit veulen is verkocht. De verkoop van paarden heeft in totaal opgebracht f 7.726,50. f 64.429,575 69.108,56 99.837,77 s 119.247,96 160.386,665 201.519,92 s 272.311,94 PAARDEN. JAAR. f n n n Kosten van fourage per jaar. Kosten per paard en per dag. n n Aantal paardendagen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1019