30
SCHOONMAAKDIENST.
Uitvoering.
Zooals in het vorige verslag werd omschreven, ontmoette
de uitvoering van dit onderdeel van den dienst in den
aanvang vele moeilijkheden, welke ten deele eerst geleidelijk
konden worden overwonnen.
De omstandigheden bleven het noodig maken om zooveel
mogelijk de werkuren naar buiten de schooluren te ver
schuiven. Derhalve is ook in 1920 gewerkt van 610 en
van 37 uur, met dien verstande dat op vrije school
middagen des namiddags gewerkt wordt van 15 uur en
op Zaterdagen van 124 uur. De vrije middag bleef op
Vrijdag gehandhaafd, hetgeen echter niet moge lijk was
zonder te voorzien in het aanhouden der kachels van die
scholen, welke des avonds nog weer voor allerlei andere
Organisatie.
De Schoonmaakdienst staat in technisch en administratief
verband met den Reinigingsdienst doch vormt, evenals de
Ontsmettingsdienst, een zelfstandig geheel onder afzonder
lijke leiding.
Deze dienst is belast met:
a. de dagelijksche schoonmaak der lager onderwijs
inrichtingen;
b. de regeling van en het toezicht op de dagelyksche
schoonmaak der inrichtingen voor hooger en middelbaar
onderwijs en overige gemeente-gebouwen
c. de groote schoonmaak, inclusief het witwerk, zoomede
het periodiek wasschen van glasruiten der sub a. en b.
bedoelde gebouwen en voor zoover noodig het afnemen en
aanbrengen van jaloesieën, tochtramen, marquises, het
wasschen van gordijnen, enz.