31
21
ernstig zal moeten zijn, voor men zich daartoe ge
rechtigd zal achten.
Ten aanzien der „oude” gemeentewoningen zelf
zijn er natuurlijk ook gradaties: er zijn er die betel
en minder goed gelegen zijn, er zijn bekrompen en
ruimere woningen onder, er zijn er die in goeden
staat zijn te brengen en andere, bij welke dat nauwe
lijks mogelijk zal zijn.
Daardoor zal de beheerende vereeuiging in staat
zijn gezinnen, die vatbaar blijken voor opvoeding
tot behoorlijke huurders, bij wijze van belooning een
betere woning in uitzicht te stellen, terwijl het „Te
huis” steeds achter de hand blijft in die gevallen,
waarin van een dergelijke opvoeding met behoud
van alle vrijheid van beweging niets blijkt terecht
te komen.
Bij dit alles is natuurlijk uitgegaan van de ge
dachte, dat de leiding der vereeuiging zal zijn toe
vertrouwd aan op dat gebied ervaren personen,
maar ook vooral dat de vereeniging de hand zal
kunnen leggen op de allerbeste krachten voor het
beheer der woningen. Het werk, dat hier te doen is,
vraagt, wil het goed geschieden, een Octavia Hill,
maar wij twijfelen niet of dergelijke krachten zijn
nog wel te vinden, al zijn zij zeker niet dik gezaaid.
Zoo ons stellende op het standpunt van een nieuw
stelsel van beheer der „oude” woningen in nauw ver
band met het „Tehuis”, herhalen wij dat onze Com
missie het denkbeeld dezer laatste stichting ten
zeerste toejuicht. De publieke opinie duldt niet, dat
de Gemeente de „ontoelaatbare” gezinnen zonder
meer op straat zet, terwijl de tegenwoordige voor
ziening in dezen (Tehuis voor onbehuisden met de
barakken voor vrouwen en mannen) inderdaad
slechts als uiterste maatregel in volstrekt hopelooze
gevallen te verdedigen is.
Hier is dus sterke behoefte aan een poging om met
behoud van de eenheid van het gezin de „ontoe-
laatbaren” onder dak te brengen en daarbij tevens
opvoedend te werk te gaan.
Bij die opvoeding zal het voorgestelde systeem
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE