31 28 L „goedkoop” crediet van Rijkswege het spreekt vanzelf dat in het systeem van den Directeur de particuliere bouwer aan allerlei beperkende bepa lingen wordt gebonden, gesteld al dat het Rijk ook aan den individueelen bouwer zou willen leenen en niet uitsluitend aan combinaties of vereenigingen van bewoners. De bouwer is gebonden aan het Rijk vanwege de lage rente en de daarmede verband houdende huurbepaling, en het Rijk kan vanwege zijn hypotheek den bouwer geen voldoende vrijheid van handelen laten. Gebondenheid aan beide kanten, waar voor alles vrijheid noodig is. De bouwer, wil hij door kunnen bouwen, moet zijn perceelen spoedig kunnen verkoopen; hij is geen huizen verhuur der. Het systeem van den Directeur legt den bouwer vast aan hetgeen hij gebouwd heeft en belet hem zijn functie als bouwondernemer in vollen omvang te vervullen. Koopt de Gemeente of een „toegelaten” vereeni- ging de nieuw gebouwde woningen om ze te exploi- teeren (een oplossing die door sommigen aan de hand wordt gedaan), dan zou het beheer op den duur een omvang moeten krijgen, die de capaciteit der vereenigingen ver te boven zou gaan en de wouingdiensten voor een ontzaglijke taak zou stellen. Men zou dan voorts een veel gesmade, doch (in het algemeen gesproken) maatschappelijk nuttige en onmisbare groep van personen, de huiseigenaren, uitschakelen om hen te vervangen óf door duur gemeentelijk beheer óf door de onbetaalde vrijwil lige krachten, die zich in de vereeniging met het beheer belasten. Het een en het ander lijkt al even ongewenscht als ongezond. Wij gelooven zelfs te mogen zeggen, dat de Directeur voor deze consequentie van zijn eigen systeem al heel weinig zal gevoelen. Immers, de heer Bakker Schut heeft in het Tijd schrift voor Volkshuisvesting (le jaarg. No. 1, pag. 9), een paar bezwaren tegen socialisatie van be staande woningen ontwikkeld, die ten dezen vol- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1094