I
S1
31
38
I
j—
48
36
539
38
29
70
22
61
77
22
12
8
18
25
101
1
47
66
35
De sterfgevallen voor hetzelfde tijdvak ten gevolge
van infectie-ziekten mogen hieronder plaats vinden:
211
Typhus en febris typhoïdea.
Roodvonk
Diphtheritis en Croup.
Pokken
Meningitis cerebrospinalis
epidemica
Kinkhoest
Mazelen
Influenza
Poliomyelitis
Meer in ’t bizonder voor longtuberculose is de hier
volgende staat opgesteld, waaruit blijkt, dat 325 per
sonen aan longtuberculose stierven, tegen in 1919 een
getal van 411.
Per 10.000 der gemiddelde bevolking gerekend is dit
9.03, terwijl het gemiddelde der vorige acht jaren be
droeg 11.37.
27
28
26
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE
1919
1913
1918
1914
1915
1916
1917
1919
1920
324
329
435
510
411
<11.
46
61
69
90
83
84
van
55 j
50
44
46
40
57
55
56
436
414
449
580
650
550
446
1920
450
1(15.12) (13.53) (13.76) (13.70) (17.12) (18.59) (15.49) (12.40) (H
7
4
13
8
6
13
11
7
Gein,
do laa
8 jar
325 i
(9.03)
65
6
6
14
28
13
4
5
14
Totaal aan tuberculose
(p. 10.000 inwoners)
Longtuberculose I.
(p. 10.000 inwoners)
Hersentuberculose
Andere vormen
tuberculose
14
23
340
346
111.63) (10.59) (10.39) (10.37) (12.84) (14.59) (11.57)
b4
1-i i -i
1915 1916 I 1917 1918