31 43 waardoor de behandelende geneesheer, niet de noodige eerbiediging van het beroepsgeheim afdoende kracht zou kunnen bijzetten aan zijn waarschuwingen aan den aan besmettelijke geslachtsziekte lijdenden patient, tegen het aangaan van een huwelijk alvorens genezen te zijn. Op deze wijze zou dan voorkomen kunnen worden, dat de ziekte zich op vrouw en kinderen overplant. Het in de wet erkende middel van „stuiting” zou de inleider gaarne zien toegepast, Dat verzoek om stui ting op grond van bevordering van de volksgezondheid, gedaan door den Centralen Gezondheidsraad en dit op raad van den behandelenden geneesheer, die hierbij een verzegelden brief zou moeten overleggen, bestemd voor den patient ingeval hij zich zou willen verzetten, zou den huwelijkscandidaat dikwerf weerhouden uit vrees voor erger. Zoodoende zou wel is waar gelijk opgemerkt werd het beroepsgeheim „in rechte” niet geschonden zijn, doch daarentegen de huwelijkscandidaat, indien het huwelijk niet doorging, als lijder gestempeld worden. Bovendien zou dan het vertrouwen in den geneesheer ondermijnd worden, hetgeen ten goede zou komen aan kwakzalvers en dergelijke personen, waardoor de ziekte zou voortwoekeren. Het systeem van voorlichting, als onderdeel van de opvoeding der jeugd, vond bij de toe hoorders dan ook veel meer aanhang. De Bond tot bescherming van zuigelingen verzocht aan de Gezondheidscommissies in Nederland om de Ge meentebesturen op te wekken tot het kosteloos uitrei ken bij geboorte-aangifte ten Stadhuize van een door haren bond uitgegeven „Handleiding ibij de verzorging van den zuigeling”. De Gezondheidscommissie van ’s-Gravenhage echter meende, na inzage van genoemde handleiding en ver gelijking met de te ’s-Gravenhage reeds uitgereikt wor dende brochure, geen aanleiding te vinden om dit duidelijke en eenvoudige wenken bevattende geschriftje te doen vervangen door het genoemde dat niet duide lijker en niet goedkooper is, doch wel uitvoeriger en dat daardoor allicht minder gelezen zou worden door de minst ontwikkelden waarvoor het toch ’t meest be stemd is. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1109