36 7 VERSLAG VEREENIGING VOLKSRAD. School aan de Jongens. Meisjes. Totaal. Totalen 26.186 18.586 44.772 18,4(15,5) nemende dat in 1919 gedurende twee Vereenigde Volks- en Sehoolbadinrichting a/d. Duinstraat. Cijfers van 1919. Dit in Scheveningen gelegen badhuis^ werd den 12en Juni 1920 voor het gebruik opengesteld; het is onder één dak gebouwd met de Buitengewoon Lagere School aan de Bom- straat. De inrichting ervan komt overeen met die der bad huizen aan de Hemsterhuisstraat en de Noorderbeekdwars- straat; het is echter een weinig kleiner en bevat slechts 12 stortbadcellen voor volwassenen en 36 voor schoolkinderen, welke getallen in de beide andere zijn 16 en 40. Van de openstelling tot het einde van 1920 werden de volgende baden verstrekt: deRéaumurstr. (buiten gewoon Lag. School i Pretoriusstraat Teylerstraat de Gheynstraat 150 Hulststraat Kritzingerstraat de Gheynstraat 51 Boylestraat Aantal baden per hoofd der schoolbevolking. 3.512 7.101 5.784 5.158 3.866 8.896 4.204 6.251 1.228 2.722 2.569 2.215 1.816 3.911 1.641 2.484 32,5 (29,5)1 17,0(15,2) 21,2(16,1) 18,2(12,1) 19,0(21,4) 26,0(17,4) 12,8(12,6) 13,3 (13,6) 2..84 4.379 3.215 2,943 2.050 4.985 2.563 3.767 In aanmerking maanden zoo goed als niet gebaad is, in verband met de ontluizingsmaatregelen, kan gezegd worden, dat het bezoek aan dit schoolbad nog slechter is geweest dan aan dat aan de Hemsterhuisstraat, waar het gemiddeld aantal baden per schoolkind het toch reeds lage cijfer van 23,1 aanwijst tegen slechts 18,4 in dat aan de Noorderbeekdwarsstraat. Er moet aan de deelneming aan de schoolbaden ook meer zorg be steed worden. De exploitatie leverde een verlies op van f 8.036,92 tegen f 10.074,45 in 1919. Het aantal baden aan volwassen bezoekers was 46.278 tegen 53.238 in 1919 of een daling van 13%, welke aan ge lijke rekenen zal moeten worden toegeschreven als die welke zich in het badhuis aan de Hemsterhuisstraat voordeed. De schoolbaden waren over de verschillende scholen als volgt verdeeld:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1149