By lage 42 1. Algemeene Beschouwing. Het jaar 1920 heeft Nederland geen schokkende gebeur tenissen te boeken gegeven. Men zou kunnen zeggen dat dit jaar gestaan heeft in het teeken der liquidatie van het geen de oorlogsjaren ons hadden gebracht. Nadat in het begin van Januari, de Duitsche gedelegeer den het protocol van den len Nov. 1919 hadden onder- teekend en onmiddelijk daarna de ratificatie der vredes voorwaarden kon plaatsvinden, kwam de kwestie der toe treding tot den Volkenbond voor de neutrale landen aan de orde. Voor Nederland was de zaak, welke vóór den lOen Maart moest afloopen, vrij spoedig beslist; het betrekkelijke wetsontwerp passeerde Regeering en Staten-Generaal en op 9 Maart maakte Nederland deel uit van den Volkenbond. De toekomst zal leeren, welk een gewichtig moment dit in onze vaderlandsche geschiedenis geweest is. Voorloopig schijnt er nog veel onzekerheid gebleven op het terrein der internationale politiek en in verband daar mede ook ten opzichte van de vrije evolutie van onzen nationalen handel en industrie. Wat echter wèl zeker is, is dat er weinigen gevonden worden, die in den Volkenbond, zooals hij thans is, de noodige garantie kunnen vinden voor een toekomstigen duurzamen vrede. Echter valt niet te ontkennen, dat enkele grondgedachten, welke bij de stichting van den Volkenbond vaag hebben voorgezeten, in de mentaliteit van groote groepen der samenleving zijn doorgedrongen en het is te hopen, dat deze gedachten niet zullen nalaten door- en na te werken. Het wil ons voorkomen, dat deze verwachting niet geheel ijdel moet worden genoemd, niet het oog op de betrekkelijk groote groepen van ordelievende elementen, die arbeiden voor het behoud van den vrede in binnen- en buitenland; aan de groote drang naar ontwapening althans sterke ver mindering daarvanaan de bestrijding der enorme oorlogs- begrootingen in alle landen; aan de belangstelling ook in het pacifistisch streven van den Paus, merkbaar in de toe neming van het getal der ten Vaticane vertegenwoordigde landen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1164