42
10
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
Het is evenzeer te betwijfelen of proeven met steun der
overheid, gelijk is geschied met de Coöperatieve Handels-
kamer te Rotterdam, die ook hier ter stede een magazijn
opende en die ter bestrijding der duurte en om als prijs-
regelaarster te kunnen optreden over een Staatsgarantie
van 3 tot 5 millioen heeft kunnen beschikken, bevorderlijk
zijn om spoedig tot normale zakenverhoudingen te komen.
Persoonlijk initiatief en vrije concurrentie van zaken
lieden zijn de factoren, welke met de wetten van vraag
en aanbod, de prijzen bepalen.
Het belang van de vrije concurrentie treedt steeds weder
op in ’t oogloopende wijze naar voren en deze Kamer zal
niet nalaten, iedere gelegenheid aan te grijpen om erop te
wijzen, welke een voorname rol de vrije concurrentie speelt.
Wij zouden dit overzicht niet volledig achten zonder met
een enkel woord te gewagen van het „plan ter Meulen”.
Op uitnoodiging van den Oppersten Raad van den Volken
bond, heeft in het najaar van 1920 te Brussel eene finan-
tieele conferentie plaats gehad van vertegenwoordigers der
Regeeringen van een groot aantal Mogendheden (ook van
Duitschland). De heer Vissering, President van de Neder-
landsche Bank, was een der Vice-Voorzitters dezer confe
rentie, terwijl de door onze Regeering aangewezen ver
tegenwoordigers de heeren ter Meulen, Zimmerman en Patijn
waren. De conferentie had tot taak maatregelen te beramen
die er toe zouden kunnen leiden om uit de groote moeilijk
heden te komen, verband houdende met de gedeprecieerde
valuta’s der verschillende landen.
Door den heer ter Meulen werd een plan ingediend, welk
plan vrijwel onveranderd werd aangenomen. Het plan ter
Meulen heeft ten doel de landen met sterk gedeprecieerde
valuta erediet te verschaffen, teneinde zoodoende zoodanige
landen weer op de been te helpen, waardoor zij tevens weer
hun belang als afzetgebied in het wereldverkeer zouden
kunnen terug krygen. Een eerste vereischte om erediet te
kunnen krygen is het kunnen stellen van behoorlijke zeker
heid. De groote moeilykheid was nu om die landen, wier
betaalmiddel in waarde abnormaal gedeprecieerd was, in
staat te stellen de vereischte zekerheid te verschaffen. Om
zooiets mogelijk te maken is voorgesteld dat de Regeeringen
dier landen obligaties zouden uitgeven, welke zij zouden
plaatsen by hun eigen onderdanen die erediet behoeven,
om grondstoffen en eerste levensbehoeften te kunnen aan-
koopen in het buitenland.
Deze particulieren zouden dan de obligaties elders in
onderpand kunnen geven aan hen, by wie zij op erediet
grondstoffen koopen. Als zekerheid voor de obligaties zouden